(voor bepaalde versies/markten)
RESETPROCEDURE
Het iTPMS-systeem heeft een "inleerfase" nodig (met een duur die afhangt van de rijstijl en de wegomstandigheden: bij optimale omstandigheden wordt gereden op een rechte weg met 80 km/h gedurende minstens 20 minuten) die begint wanneer de resetprocedure wordt uitgevoerd.
De resetprocedure moet worden uitgevoerd:
Pomp, voordat de "Reset"-procedure wordt uitgevoerd, de banden tot de juiste bandenspanning op, vermeld in de bandenspanningstabel (zie de paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk "Technische gegevens").
Als de resetprocedure niet wordt uitgevoerd in alle bovenstaande gevallen, kan het waarschuwingslampje verkeerde aanduidingen over een of meer banden geven.
Om de procedure Reset uit te voeren, bij stilstaand voertuig en de contactsleutel op MAR, het Setupmenu openen (zie de beschrijving in paragraaf "Display"). Na afronding van de Resetprocedure verschijnt op display het bericht "Reset opgeslagen" wat aangeeft dat het "inleren" is gestart.
Als het ITPMS inleren niet goed wordt uitgevoerd, wordt het bericht niet weergegeven.
WERKINGSCONDITIES
Het systeem is actief bij snelheden van meer dan 15 km/h.
In enkele situaties, zoals sportief rijden, bijzondere omstandigheden van het wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde wegen), kan de signalering vertraagd worden of kan het gelijktijdige spanningsverlies van meer dan één band slechts gedeeltelijk gedetecteerd worden.
Onder speciale omstandigheden (bijv.
voertuig asymmetrisch beladen aan één kant, trekken van een aanhanger, beschadigde of versleten band, montage van het noodreservewiel, gebruik van de snelle bandenreparatieset "Fix&Go", gebruik van sneeuwkettingen, verschillende banden op de assen gemonteerd) kan het systeem onjuiste indicaties geven of tijdelijk uitgeschakeld zijn.
Als het systeem tijdelijk uitgeschakeld is, knippert het waarschuwingslampje ongeveer 75 seconden en blijft daarna continu branden; tegelijkertijd wordt op het display een speciaal bericht weergegeven.
Deze aanduiding wordt ook weergegeven na het afzetten en opnieuw starten van de motor, als de correcte bedrijfsomstandigheden niet hersteld worden.
Fiat 500. Gebruik van de handgeschakelde versnellingsbak
Om de versnellingen in te schakelen het koppelingspedaal volledig
intrappen en de hendel in de gewenste stand zetten (het schema is
aangegeven op de pookknop, afb. 87).
Bij auto’s met een v ...
Hyundai i10. Als de motor niet start of langzaam ronddraait
1. Als de auto een automatische transmissie
heeft, moet de de versnel-lingspook
in N (neutraal) of P (parke-ren)
staan.
2. Controleer de batterijverbindingen of
deze droog en schoon zijn en vas ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Auto's met zitcomfortpakket
Lengterichting:
Hendel
optillen en de stoel naar voren of achteren
verschuiven.
...