Waarschuwingslampje |
Waarschuwingslampje/details/handelingen |
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer)
remsysteem*1 Geeft het volgende aan:
→ Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn. |
|
Laadstroomcontrolelampje Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de auto → Breng de auto onmiddellijk tot stilstand op een veilige plaats en laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje lage oliedruk Geeft aan dat de motoroliedruk te laag is. → Breng de auto onmiddellijk tot stilstand op een veilige plaats en laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
(1KR motor) Geeft aan dat de motor oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuur stijgt, stopt het lampje met knipperen en gaat het branden. |
|
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
(HM01 motor) Geeft aan dat de motor oververhit raakt. |
|
Waarschuwingslampje STOP Geeft aan dat er een storing is in:
→ Breng de auto onmiddellijk tot stilstand op een veilige plaats en laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje Multi-Mode Transmissie
(auto's met Multi-Mode Transmissie) Geeft een storing aan in de Multi-Mode Transmissie. → Laat het systeem controleren door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje Multi-Mode Transmissie (waarschuwingszoemer)
(auto's met Multi-Mode Transmissie) Geeft aan dat er een storing in de Multi-Mode Transmissie is en dat de koppeling door overmatige belasting oververhit is geraakt. → Zet de auto aan de kant van de weg en zet de selectiehendel in stand N. Wacht ongeveer 15 minuten om de koppeling te laten afkoelen. Laat het systeem controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje oververhitte koppeling
(waarschuwingszoemer) (auto's met Multi-Mode
Transmissie) Geeft aan dat de koppeling oververhit is, maar duidt niet op een storing in de Multi-Mode Transmissie. → Zet de auto aan de kant van de weg en zet de selectiehendel in stand N. Wacht ongeveer 15 minuten om de koppeling te laten afkoelen. |
|
Motorcontrolelampje Geeft aan dat er een storing is in:
→ Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje SRS Geeft aan dat er een storing is in:
→ Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje ABS Geeft aan dat er een storing is in:
→ Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer)
elektrische stuurbekrachtiging Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging (EPS) → Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig) Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer klinkt): Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre- Crash Safety-systeem). → Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden: Geeft aan dat het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) tijdelijk niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de onderstaande zaken:
→ Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers, enz.
→ Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor voor voldoende is afgekoeld. Wanneer het waarschuwingslampje brandt: Het VSC (Vehicle Stability Control-systeem) of het PCS (Pre- Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen zijn uitgeschakeld. → Schakel zowel het VSC-systeem als het PCS in om het PCS in te schakelen. |
|
Controlelampje snelheidsbegrenzer (indien aanwezig) Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het snelheidsbegrenzersysteem. → Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem
(indien aanwezig) Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-systeem → Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Controlelampje Traction Control (indien aanwezig) Geeft aan dat er een storing is in:
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC, TRC of Hill Start Assist Control in werking is. → Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Controlelampje LDA en controlelampjes rijstrookmarkeringen
(indien aanwezig) Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het LDA-systeem. → Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Smart
entry-systeem met startknop (indien aanwezig) Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Smart entrysysteem met startknop → Laat de auto meteen nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
|
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open
portier/achterklep *2 Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet geheel gesloten is → Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn. |
|
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en
voorpassagiersgordel*3 Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheidsgordel vastgemaakt dient te worden. → Doe de veiligheidsgordel om. Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook de veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden vastgemaakt, zodat het waarschuwingslampje (de waarschuwingszoemer) uitgaat. |
|
Controlelampjes (waarschuwingszoemer) veiligheidsgordel
achterpassagiers*3 Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te doen → Doe de veiligheidsgordel om. |
|
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
(waarschuwingszoemer) Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 5,25 liter of minder is → Vul de brandstoftank. |
|
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
(indien aanwezig) Als het lampje gaat branden: Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
→ Breng de banden op de juiste spanning en voer de initialisatie uit. Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft: Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem → Laat het systeem controleren door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. |
*1: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem:
De zoemer klinkt als de auto met een snelheid van ongeveer 5 km/h of
meer rijdt.
*2: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep:
Er klinkt een zoemer als de rijsnelheid hoger wordt dan 5 km/h terwijl een
portier is geopend.
*3: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de
bestuurder en de passagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De
zoemer klinkt gedurende 30 seconden als de rijsnelheid 20 km/h is. Als de
veiligheidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt, laat de zoemer gedurende
90 seconden een ander geluid horen.
■Voorkomen dat de koppeling oververhit raakt (auto's met Multi-Mode Transmissie)
- Houd een veilige afstand tot uw voorligger en voorkom onnodig wegrijden en stoppen.
- Vermijd hellingopwaarts het gebruik van stand E. Zo vermijdt u onnodig schakelen.
■Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en waarschuwingszoemer
■Als het motorcontrolelampje tijdens het rijden gaat branden Het motorcontrolelampje gaat branden als de brandstoftank volledig leeg raakt. Vul de brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijdelijk daalt, kan het waarschuwingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is.
Als de band niet lek is: Controleer de bandenspanning nadat de banden voldoende zijn afgekoeld.
Breng de banden op de juiste spanning en voer de initialisatie uit.
■Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door temperatuurveranderingen. Breng in dit geval de banden op de juiste spanning en voer de initialisatie uit.
■Waarschuwingszoemer De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
■Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijven branden Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en laat uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De auto kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-systeem treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ernstig letsel kunnen ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging gaat branden De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast en oefen meer kracht uit.
■Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
■Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen in werking treedt.
■Ervoor zorgen dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem goed werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed.
Fiat 500. Inhouden
* voor bepaalde versies/markten ** Wanneer de auto onder bijzonder
extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een 60% mengsel van
PARAFLUUP en 40% gedemineraliseerd water.
LP ...
Citroen C1. 12V-accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met
behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Algemeen
12V-loodaccu
Accu's bevatten giftige stof ...
Toyota Aygo. Elektrisch bedienbare
ruiten
Openen en sluiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen bewegen de ruiten als volgt:
Sluiten
Openen ...