![]() |
Controlelampje PASSENGER AIR BAG ON |
![]() |
Controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF |
Aan de hand van de controlelampjes is te zien of de passagiersairbag uit- of ingeschakeld is.
De start-stoptoets een- of tweemaal indrukken of de
sleutel in het contactslot in de stand
of
draaien.
De controlelampjes PASSENGER AIR BAG OFF en PASSENGER AIR BAG ON moeten tegelijkertijd gedurende circa zes seconden gaan branden.
Vervolgens tonen de controlelampjes de status van de passagiersairbag.
Als de status van de passagiersairbag tijdens het rijden wijzigt, verschijnt een displaymelding voor de airbag in het combi-instrument . Als de passagiersstoel bezet is, altijd het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF in acht nemen. Voor en ook tijdens het rijden de werking van de passagiersairbag niet in gevaar brengen.
Als een persoon op de passagiersstoel zit, moet deze:WAARSCHUWING Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt, is de passagiersairbag uitgeschakeld. Hij wordt bij een ongeval niet geactiveerd en kan niet meer zoals bedoeld beschermen. Een persoon op de passagiersstoel kan dan bijvoorbeeld met onderdelen van het interieur in contact komen, in het bijzonder als deze dicht op het dashboard zit. Er bestaat een verhoogd gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar!
Als de passagiersstoel bezet is, altijd waarborgen dat:
WAARSCHUWING Als een kind in een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt beveiligd en het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd, kan de passagiersairbag bij een ongeval worden geactiveerd. Het kind kan door de airbag worden getroffen. Er bestaat een verhoogd gevaar voor letsel of zelfs levensgevaar!
In dit geval altijd waarborgen, dat de passagiersairbag uitgeschakeld is. Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF moet branden.
Gebruik NOOIT een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een stoel die door een frontale ACTIEVE AIRBAG wordt beveiligd, want dat kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN tot gevolg hebben.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd blijft, geen naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel monteren. Meer informatie vindt u onder "Problemen met de automatische passagiersairbaguitschakeling" .
WAARSCHUWING Als een kind in een naar voren gericht kinderzitje op de passagiersstoel wordt beveiligd en de passagiersstoel te dicht bij het dashboard wordt geplaatst, kan het kind bij een ongeval:De passagiersstoel altijd zo ver mogelijk naar achteren zetten en de zitting volledig inschuiven. Daarbij altijd de correcte ligging van de schoudergordel vanaf de gordelgeleiding van de auto naar de schoudergordelgeleiding van het kinderzitje in acht nemen. De schoudergordelband moet vanuit de gordelgeleiding naar voren en omlaag verlopen. Naar behoefte de gordelgeleiding en de passagiersstoel overeenkomstig instellen. Altijd de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitje in acht nemen.
Altijd ook de autospecifieke informatie over de geschikte plaatsing van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.
Als de automatische passagiersairbaguitschakeling vaststelt, dat:Maar ook bij een kind in een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem kan het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF na de systeemzelftest doven. Hiermee wordt aangegeven dat de passagiersairbag ingeschakeld is. Het classificatieresultaat is o.a. afhankelijk van het kinderzitjesbevestigingssysteem en van het postuur van het kind. In dit geval het kinderzitjesbevestigingssysteem op een geschikte zitplaats achterin monteren.
De passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren schuiven. Ook altijd de aanwijzingen bij "Kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel" en "Correcte plaatsing van kinderzitjesbevestigingssystemen" in acht nemen. Als alternatief kan het kinderzitjesbevestigingssysteem op een geschikte zitplaats achterin worden gemonteerd.
Als een storing in de automatische passagiersairbaguitschakeling
aanwezig is, branden het rode waarschuwingslampje
veiligheidssysteem
in het combi-instrument en het controlelampje PASSENGER AIR BAG
OFF tegelijkertijd. De passagiersairbag is in dit geval
uitgeschakeld en wordt bij een ongeval niet geactiveerd. De
automatische passagiersairbaguitschakeling direct bij een
gekwalificeerde werkplaats laten controleren en repareren.
Mercedes-Benz adviseert een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsredenen alleen een kinderzitjesbevestigingssysteem te gebruiken, dat Mercedes-Benz in combinatie met de automatische passagiersairbaguitschakeling heeft gecontroleerd en goedgekeurd.
Toyota Aygo. Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden gebruikt om andere bestuurders
te waarschuwen wanneer de auto vanwege pech, enz. stilstaat
op de weg.
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipp ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Correct gebruik van de veiligheidsgordels
De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de
veiligheidsgordel in acht nemen
.Alle inzittenden moeten de veiligheidsgordel voor het wegrijden
correct omgespen. Ook tijdens het rij ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Lage buitentemperaturen (dieselbrandstof)
Gedurende de wintermaanden wordt diesel met betere vloeibaarheid
bij een lage temperatuur geleverd. In Europa zijn in de norm EN
590 verschillende klimaatafhankelijke koudeklassen gedefini ...