Mercedes-Benz A-Klasse: Veiligheidssystemen - Displaymeldingen - Boordcomputer en meldingen - Mercedes-Benz A-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz A-Klasse: Veiligheidssystemen

Displaymeldingen Mogelijke oorzaken/gevolgen en Oplossingen
nu niet beschikbaar zie handleiding Het ABS (antiblokkeersysteem), het BAS (Brake Assist System), het ESP (elektronisch stabiliteitsprogramma), de ESP-aanhangwagenstabilisatie, de HOLD-functie, de wegrijhulp voor op hellingen en de PRE-SAFE zijn tijdelijk niet beschikbaar.

Ook het adaptief remlicht en het Active Brake Assist System kunnen uitgevallen zijn.

Bovendien kunnen de waarschuwingslampjes , en in het combi-instrument gaan branden.

De ATTENTION ASSIST is gedeactiveerd.

Mogelijke oorzaken:
  • De zelfdiagnose is nog niet afgesloten
  • De boordnetspanning kan te laag zijn
WAARSCHUWING Het remsysteem blijft normaal functioneren, echter zonder de bovengenoemde functies. De wielen kunnen daardoor bijvoorbeeld bij een noodstop blokkeren.

Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nadelig beïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden.

Als het ESP niet is ingeschakeld, wordt de auto niet door het ESP gestabiliseerd.

Er bestaat verhoogd slipgevaar en gevaar voor ongevallen!

Voorzichtig een geschikte route met wat flauwe bochten rijden met een snelheid boven 20 km/h.

  • Als de displaymelding verdwijnt zijn bovengenoemde functies weer beschikbaar. Als het multifunctioneel display nog steeds de displaymelding toont:

    Voorzichtig verder rijden.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • functioneert niet zie handleiding Het ABS, het ESP, het BAS, de PRE-SAFE, de HOLD-functie, de wegrijhulp voor op hellingen en de ESP-aanhangwagenstabilisatie zijn vanwege een functiestoring niet beschikbaar.

    Ook het adaptief remlicht en het Active Brake Assist System kunnen uitgevallen zijn.

    Bovendien kunnen de waarschuwingslampjes , , en in het combi-instrument gaan branden.

    De ATTENTION ASSIST is gedeactiveerd.

    WAARSCHUWING Het remsysteem blijft normaal functioneren, echter zonder de bovengenoemde functies. De wielen kunnen daardoor bijvoorbeeld bij een noodstop blokkeren.

    Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nadelig beïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden.

    Als het ESP niet is ingeschakeld, wordt de auto niet door het ESP gestabiliseerd.

    Er bestaat verhoogd slipgevaar en gevaar voor ongevallen!

    Voorzichtig verder rijden.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    nu niet beschikbaar zie handleiding Het ESP, het BAS, de PRE-SAFE, de HOLD-functie, de wegrijhulp voor op hellingen en de ESP-aanhangwagenstabilisatie zijn tijdelijk niet beschikbaar.

    Ook het adaptief remlicht en het Active Brake Assist System kunnen uitgevallen zijn.

    Bovendien kunnen de waarschuwingslampjes , en in het combi-instrument gaan branden.

    De ATTENTION ASSIST is gedeactiveerd.

    De zelfdiagnose is bijvoorbeeld nog niet afgesloten. WAARSCHUWING Het remsysteem blijft normaal functioneren, echter zonder de bovengenoemde functies.

    Daardoor kan de remweg bij een noodstop langer worden.

    Als het ESP niet is ingeschakeld, wordt de auto niet door het ESP gestabiliseerd.

    Er bestaat verhoogd slipgevaar en gevaar voor ongevallen!

    Voorzichtig een geschikte route met wat flauwe bochten rijden met een snelheid boven 20 km/h.

  • Als de displaymelding verdwijnt zijn bovengenoemde functies weer beschikbaar. Als het multifunctioneel display nog steeds de displaymelding toont:

    Voorzichtig verder rijden.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • functioneert niet zie handleiding Het ESP, het BAS, de PRE-SAFE, de HOLD-functie, de wegrijhulp voor op hellingen en de ESP-aanhangwagenstabilisatie zijn vanwege een functiestoring niet beschikbaar.

    Ook het adaptief remlicht en het Active Brake Assist System kunnen uitgevallen zijn.

    Bovendien kunnen de waarschuwingslampjes , en in het combi-instrument gaan branden.

    De ATTENTION ASSIST is gedeactiveerd.

    WAARSCHUWING Het remsysteem blijft normaal functioneren, echter zonder de bovengenoemde functies.

    Daardoor kan de remweg bij een noodstop langer worden.

    Als het ESP niet is ingeschakeld, wordt de auto niet door het ESP gestabiliseerd.

    Er bestaat verhoogd slipgevaar en gevaar voor ongevallen!

    Voorzichtig verder rijden.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    functioneren niet zie handleiding De EBD (elektronische remkrachtverdeling), het ABS, het ESP, het BAS, de PRE-SAFE, de HOLD-functie, de wegrijhulp voor op hellingen en de ESP-aanhangwagenstabilisatie zijn vanwege een functiestoring niet beschikbaar.

    Ook het adaptief remlicht en het Active Brake Assist System kunnen uitgevallen zijn.

    Er klinkt een waarschuwingssignaal.

    Bovendien kunnen de waarschuwingslampjes , en in het combi-instrument gaan branden.

    WAARSCHUWING Het remsysteem blijft normaal functioneren, echter zonder de bovengenoemde functies. De voor- en achterwielen kunnen daardoor bijvoorbeeld bij een noodstop blokkeren.

    Daardoor zijn de bestuurbaarheid en het remgedrag sterk nadelig beïnvloed. De remweg kan bij een noodstop langer worden.

    Als het ESP niet is ingeschakeld, wordt de auto niet door het ESP gestabiliseerd.

    Er bestaat verhoogd slipgevaar en gevaar voor ongevallen!

    Voorzichtig verder rijden.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Parkeerrem Om te ontgrendelen contact AAN Het rode controlelampje brandt.

    Het contact is uitgeschakeld en u heeft geprobeerd de elektrische parkeerrem vrij te zetten.

    Sleutel: De sleutel in het contactslot in de stand draaien.

    KEYLESS-GO: Het contact inschakelen.
    Parkeerrem ontgrendelen Het rode controlelampje knippert en er klinkt een waarschuwingssignaal. Aan een voorwaarde voor het automatisch vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet voldaan .

    Er wordt met ingeschakelde elektrische parkeerrem gereden.

    De elektrische parkeerrem handmatig vrijzetten.

    Het rode controlelampje knippert en er klinkt een waarschuwingssignaal.

    U voert een noodremming uit met de elektrische parkeerrem .

    Parkeerrem zie handleiding Het gele waarschuwingslampje brandt.

    De elektrische parkeerrem vertoont een storing.

    Om in te schakelen:

    Het contact uitschakelen.

    Ten minste 10 seconden op de handgreep van de elektrische parkeerrem drukken.

    Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: De eerste versnelling inschakelen.

    Auto's met automatische transmissie: De transmissie in de stand zetten.

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Het gele waarschuwingslampje en het rode controlelampje branden.

    De elektrische parkeerrem vertoont een storing.

    Om vrij te zetten:

    Het contact uit- en weer inschakelen.

    De elektrische parkeerrem handmatig vrijzetten.

    of

    Auto's met handgeschakelde versnellingsbak (automatische noodontgrendelfunctie): De veiligheidsgordel in het gordelslot steken en bij het wegrijden iets meer gas geven.

    Auto's met automatische transmissie: De elektrische parkeerrem automatisch vrijzetten .

    Als de elektrische parkeerrem nog steeds niet kan worden vrijgezet:

    Niet verder rijden.

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Het rode controlelampje knippert en het gele waarschuwingslampje brandt.

    De elektrische parkeerrem vertoont een storing.

    Om vrij te zetten:

    Het contact uit- en weer inschakelen.

    De elektrische parkeerrem handmatig vrijzetten.

    Om in te schakelen:

    Het contact uit- en weer inschakelen.

    De elektrische parkeerrem handmatig bedienen.

    Als het rode controlelampje nog steeds knippert:

    Niet verder rijden.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: De eerste versnelling inschakelen.

    Auto's met automatische transmissie: De transmissie in de stand zetten.

    De voorwielen in de richting van de stoeprand draaien.

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Het gele waarschuwingslampje brandt. Het rode controlelampje knippert gedurende circa 10 seconden na het inschakelen of vrijzetten van de elektrische parkeerrem. Daarna dooft het of blijft het branden.

    De elektrische parkeerrem vertoont een storing.

    De ontsteking uit- en weer inschakelen.

    De elektrische parkeerrem inschakelen.

    Als de elektrische parkeerrem niet kan worden ingeschakeld:

    Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: De eerste versnelling inschakelen.

    Auto's met automatische transmissie: De transmissie in de stand zetten.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Als de elektrische parkeerrem niet kan worden vrijgezet:

    Auto's met handgeschakelde versnellingsbak (automatische noodontgrendelfunctie): De veiligheidsgordel in het gordelslot steken en bij het wegrijden iets meer gas geven.

    Auto's met automatische transmissie: De elektrische parkeerrem automatisch vrijzetten .

    Als de elektrische parkeerrem nog steeds niet kan worden vrijgezet:

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Het gele waarschuwingslampje brandt. Wanneer de elektrische parkeerrem handmatig wordt ingeschakeld of vrijgezet, knippert het rode controlelampje .

    De elektrische parkeerrem vertoont een storing. De elektrische parkeerrem kan niet handmatig worden ingeschakeld.

    Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: Het contact uitschakelen.

  • De elektrische parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld.

    of

    De veiligheidsgordel in het gordelslot steken en bij het wegrijden iets meer gas geven (automatische noodontgrendelfunctie).

    Auto's met automatische transmissie: De transmissie in de stand schakelen, omdat de elektrische parkeerrem niet automatisch wordt ingeschakeld.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Als de elektrische parkeerrem niet moet worden ingeschakeld, het contact ingeschakeld laten, bijvoorbeeld in de wasstraat of bij het slepen.

  • Parkeerrem functioneert niet Het gele waarschuwingslampje brandt. Het rode controlelampje knippert gedurende circa 10 seconden na het inschakelen of vrijzetten van de elektrische parkeerrem. Daarna dooft het of blijft het branden.

    De elektrische parkeerrem vertoont bijvoorbeeld vanwege een te hoge of te lage spanning een storing.

    Oorzaken van de te hoge of te lage spanning verhelpen, bijvoorbeeld de accu opladen of de motor opnieuw starten.

    De elektrische parkeerrem inschakelen of vrijzetten.

    Als de elektrische parkeerrem daardoor niet kan worden ingeschakeld of vrijgezet:

    De ontsteking uit- en weer inschakelen.

    De elektrische parkeerrem inschakelen of vrijzetten.

    Als de elektrische parkeerrem nog steeds niet kan worden vrijgezet:

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Als de elektrische parkeerrem nog steeds niet kan worden ingeschakeld:

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Het gele waarschuwingslampje brandt en het rode controlelampje knippert.

    De elektrische parkeerrem kan niet handmatig worden ingeschakeld.

    Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: De eerste versnelling inschakelen.

    Auto's met automatische transmissie: De transmissie in de stand zetten.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Direct remmen Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: Bij ingeschakelde HOLD-functie is een storing opgetreden.

    Tevens klinkt een regelmatig waarschuwingssignaal. Dit wordt intensiever als wordt geprobeerd de auto te vergrendelen.

    U kunt de motor niet starten.

    Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk het rempedaal stevig indrukken, tot de displaymelding verdwijnt.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .
  • U kunt de motor weer starten.
  • Remvloeistof-peil controleren Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir.

    Bovendien brandt het rode waarschuwingslampje  in het combi-instrument en klinkt een waarschuwingssignaal.

    WAARSCHUWING De remwerking kan nadelig beïnvloed zijn.

    Er bestaat gevaar voor ongevallen!

    Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Geen remvloeistof bijvullen. Daardoor wordt de storing niet verholpen.

    Remblok-slijtage De remblokken hebben de slijtagegrens bereikt.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    functioneert niet Een of meerdere hoofdfuncties van het systeem Mercedes-Benz CONNECT me vertonen een storing.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    functioneert niet Een of meerdere hoofdfuncties van het systeem Mercedes-Benz Contact vertonen een storing.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Actieve remassistent Functie nu beperkt beschikbaar Zie handleiding Het Active Brake Assist System is tijdelijk niet gereed voor gebruik.

    Mogelijke oorzaken:

    • Het radarsensorsysteem is tijdelijk niet beschikbaar, bijvoorbeeld door elektromagnetische straling in de buurt van tv- en radiozendinstallaties of andere stralingsbronnen.
    • De temperatuur van het systeem bevindt zich buiten het bedrijfstemperatuurgebied.
    • De boordnetspanning is te laag.
    Als de bovenstaande oorzaken niet meer van toepassing zijn, verdwijnt de displaymelding.

    Het Active Brake Assist System is weer gereed voor gebruik.

    Wanneer de displaymelding niet verdwijnt:

    Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    De motor opnieuw starten.

    Actieve remassistent: Systeem buiten werking Het Active Brake Assist System is vanwege een storing niet beschikbaar. Ook de aan de situatie aangepaste remondersteuning kan uitgevallen zijn.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    PRE-SAFE functioneert niet zie handleiding Belangrijke functies van de PRE-SAFE zijn uitgevallen. Alle overige systemen voor de inzittendenbescherming, bijvoorbeeld de airbags, blijven beschikbaar.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Radarsensoren vervuild zie handleiding Het radarsensorsysteem vertoont een storing.

    Mogelijke oorzaken:

    • Vervuiling van de sensoren
    • Hevige neerslag
    • Langere ritten op onverharde wegen zonder verkeer of infrastructuur, bijvoorbeeld in woestijnachtige gebieden
    Ten minste een rij- of rijveiligheidssysteem vertoont een storing of is tijdelijk niet beschikbaar:
    • Active Brake Assist System
    • DISTRONIC automatische afstandsregeling
    Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

    Wanneer de oorzaken niet meer aanwezig zijn, dan zijn de rij- en rijveiligheidssystemen weer beschikbaar. De displaymelding verdwijnt.

    Wanneer de displaymelding niet verdwijnt:

    Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    De motor afzetten.

    Alle sensoren reinigen .

    De motor opnieuw starten.

  • De displaymelding verdwijnt.
  • Als het symbool op het multifunctioneel display verschijnt, is op een zitplaats achterin de gordelslottong in het gordelslot vergrendeld.

    Voor meer informatie over de statusindicatie veiligheidsgordels achterin .

    Als het symbool op het multifunctioneel display verschijnt, is op een zitplaats achterin de gordelslottong niet in het gordelslot vergrendeld.

    WAARSCHUWING Een veiligheidsgordel die niet correct wordt gedragen of niet goed in het gordelslot vergrendeld is, kan zijn beschermende werking niet meer naar behoren vervullen.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Indien nodig de inzittenden achterin opdragen de gordel om te doen .

    Voor meer informatie over de statusindicatie veiligheidsgordels achterin .
    Veiligheidssysteem Storing Werkplaats opzoeken Het veiligheidssysteem vertoont een storing. Tevens gaat het waarschuwingslampje in het combi-instrument branden.

    WAARSCHUWING De airbags of gordelspanners kunnen onbedoeld worden geactiveerd of bij een ongeval niet worden geactiveerd.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Meer informatie over het veiligheidssysteem .
    Linksvoor Storing Werkplaats opzoeken of Rechtsvoor Storing Werkplaats opzoeken Het veiligheidssysteem linksvoor of rechts vertoont een storing. Tevens gaat het waarschuwingslampje in het combi-instrument branden.

    WAARSCHUWING De airbags of gordelspanners kunnen onbedoeld worden geactiveerd of bij een ongeval niet worden geactiveerd.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Linksachter storing Werkplaats opzoeken  of  Rechtsachter storing Werkplaats opzoeken Het veiligheidssysteem links- of rechtsachter vertoont een storing. Tevens gaat het waarschuwingslampje in het combi-instrument branden.

    WAARSCHUWING De airbags of gordelspanners kunnen onbedoeld worden geactiveerd of bij een ongeval niet worden geactiveerd.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Midden achter Storing Werkplaats opzoeken Het veiligheidssysteem middenachter vertoont een storing. Tevens gaat het waarschuwingslampje in het combi-instrument branden.

    WAARSCHUWING De airbags of gordelspanners kunnen onbedoeld worden geactiveerd of bij een ongeval niet worden geactiveerd.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Windowbag links Storing Werkplaats opzoeken  of  Windowbag rechts Storing Werkplaats opzoeken De linker of rechter windowbag vertoont een storing. Tevens gaat het waarschuwingslampje in het combi-instrument branden.

    WAARSCHUWING De linker of de rechter windowbag kan onbedoeld worden geactiveerd of wordt bij een ongeval helemaal niet geactiveerd.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Voorpass.-airbag uitgeschakeld zie handleiding     De passagiersairbag is tijdens het rijden gedeactiveerd, hoewel:
    • zich een volwassen persoon

      of

    • zich een persoon met overeenkomstig postuur op de passagiersstoel bevindt.
    Wanneer extra krachten op de stoel worden uitgeoefend, kan het systeem een te gering gewicht meten.

    WAARSCHUWING De passagiersairbag wordt bij een ongeval niet geactiveerd.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Direct op een veilige plaats stoppen.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    Het contact uitschakelen.

    De inzittende op de passagiersstoel laten uitstappen.

    De stoel vrijhouden, het passagiersportier sluiten en het contact inschakelen.

    De controlelampjes PASSENGER AIR BAG in de middenconsole en het multifunctioneel display observeren en het volgende controleren:

    Met de stoel niet bezet en het contact ingeschakeld:

    • vindt een zelfdiagnose plaats. De controlelampjes PASSENGER AIR BAG OFF en PASSENGER AIR BAG ON gaan tegelijkertijd gedurende circa 6 seconden branden
    • moet na de zelfdiagnose het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF branden en blijven branden. Als het controlelampje brandt, heeft de automatische passagiersairbaguitschakeling de passagiersairbag gedeactiveerd
    • mogen de displaymeldingen Voorpass.-airbag ingeschakeld zie handleiding of Voorpass.-airbag uitgeschakeld zie handleiding niet op het multifunctioneel display verschijnen.

    Ten minste 60 seconden wachten, tot de benodigde testprocedures zijn doorlopen.

    Geen van de displaymeldingen mag op het multifunctioneel display verschijnen; dit controleren.

    Als aan deze voorwaarden is voldaan, kan de passagiersstoel weer worden bezet. Of het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF of ON blijft branden of dooft, is afhankelijk van hoe de automatische passagiersairbaguitschakeling de inzittende classificeert.

    Als niet aan de voorwaarden wordt voldaan, werkt het systeem niet correct.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Meer informatie over de automatische passagiersairbaguitschakeling .
    Voorpass.-airbag ingeschakeld zie handleiding De passagiersairbag is tijdens het rijden ingeschakeld, hoewel:
    • zich een kind, een klein persoon of een voorwerp met een gewicht beneden de grenswaarde van het systeem op de passagiersstoel bevindt

      of

    • de passagiersstoel leeg is.
    Het systeem herkent eventueel extra gewicht door voorwerpen op de stoel of krachten die op de stoel werken.

    WAARSCHUWING De passagiersairbag kan onbedoeld geactiveerd worden.

    Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

    Direct op een veilige plaats stoppen.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    Het contact uitschakelen.

    Het passagiersportier openen.

    Het kind en het kinderzitje van de passagiersstoel verwijderen.

    Er mogen zich geen voorwerpen op de stoel bevinden die hierop extra gewicht uitoefenen; dit controleren.

  • Anders kan het systeem het extra gewicht herkennen en een inzittende op de passagiersstoel als zwaarder inschatten dan deze daadwerkelijk is.

    De stoel vrijhouden, het passagiersportier sluiten en het contact inschakelen.

    De controlelampjes PASSENGER AIR BAG in de middenconsole en het multifunctioneel display observeren en het volgende controleren:

    Met de stoel niet bezet en het contact ingeschakeld:

    • vindt een zelfdiagnose plaats. De controlelampjes PASSENGER AIR BAG OFF en PASSENGER AIR BAG ON gaan tegelijkertijd gedurende circa 6 seconden branden
    • moet na de zelfdiagnose het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF branden en blijven branden. Als het controlelampje brandt, heeft de automatische passagiersairbaguitschakeling de passagiersairbag gedeactiveerd
    • mogen de displaymeldingen Voorpass.-airbag ingeschakeld zie handleiding of Voorpass.-airbag uitgeschakeld zie handleiding niet op het multifunctioneel display verschijnen.

    Ten minste 60 seconden wachten, tot de benodigde testprocedures zijn doorlopen.

    Geen van de displaymeldingen mag op het multifunctioneel display verschijnen; dit controleren.

    Als aan deze voorwaarden is voldaan, kan de passagiersstoel weer worden bezet. Of het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF of ON blijft branden of dooft, is afhankelijk van hoe de automatische passagiersairbaguitschakeling de inzittende classificeert.

    Als niet aan de voorwaarden wordt voldaan, werkt het systeem niet correct.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Meer informatie over de automatische passagiersairbaguitschakeling .
  • Zie ook:

    Mercedes-Benz A-Klasse. Stoppen
    Als de DISTRONIC automatische afstandsregeling herkent dat de voorligger stopt, remt de auto af tot stilstand. Als de auto stilstaat, blijft deze stilstaan zonder dat de rem hoeft t ...

    Ford Ka+. Economisch rijden
    Het brandstofverbruik wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals uw rijstijl, de rijomstandigheden en hoe uw auto is onderhouden. Let op het volgende om uw brandstofverbruik te verbeteren ...

    Mercedes-Benz A-Klasse. Cockpit
      Functie Stuurwielschakelpaddles Combischakelaar Combi-instrument Claxon ...

    Modellen: