WAARSCHUWING Veiligheidsrelevante functies zijn beperkt of niet meer beschikbaar, wanneer:
In deze gevallen een sleepstang gebruiken. Vóór het weg- of aanslepen controleren of het sturen mogelijk is.
WAARSCHUWING Als het stuurslot in aangrijping is, kan het voertuig niet meer worden bestuurd. Er bestaat gevaar voor ongevallen!Bij het slepen met een sleepkabel of sleepstang altijd het contact inschakelen.
WAARSCHUWING Wanneer de te slepen auto zwaarder is dan het toegestane totaalgewicht van uw auto, kan:
Als u een andere auto aansleept of sleept, moet erop worden gelet dat het gewicht ervan niet hoger is dan het toegestane totaalgewicht van uw auto.
Gegevens over het toegestaan totaalgewicht van de auto vindt u op het voertuigtypeplaatje .
AanwijzingWanneer de actieve remassistent, de afstandspilot DISTRONIC of de HOLD-functie ingeschakeld zijn, remt de auto in bepaalde situaties automatisch.
Om schade aan de auto te vermijden, deze systemen in de volgende of vergelijkbare situaties uitschakelen:De elektrische parkeerrem moet vrijgezet zijn; dit controleren. Wanneer de elektrische parkeerrem defect is, contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
De sleepkabel of sleepstang uitsluitend aan de sleepogen of, indien aanwezig, aan de trekhaak bevestigen. Anders kan de auto worden beschadigd.
Bij het slepen met een sleepkabel de volgende punten in acht nemen:
De sleepogen niet gebruiken om de auto los te trekken. Dit kan tot beschadigingen aan de auto leiden. Bij twijfel moet de auto met een kraan worden geborgen.
Tijdens het slepen resp. aanslepen langzaam en zonder schokken wegrijden. Anders kunnen te hoge trekkrachten de auto beschadigen.
De auto mag over een afstand van maximaal 50 km worden gesleept. Daarbij mag een sleepsnelheid van 50 km/h niet worden overschreden.
Bij een sleepafstand van meer dan 50 km moet de vooras of de complete auto omhoog worden gebracht en worden getransporteerd.Bij auto's met KEYLESS-GO moet bij het slepen de sleutel worden gebruikt in plaats van de start-stoptoets. Anders kan het gebeuren dat de automatische transmissie naar de wisselt als het bestuurders- of passagiersportier wordt geopend, wat tot schade aan de transmissie kan leiden.
Auto's met automatische transmissie mogen en kunnen niet door aanslepen worden gestart. Anders kan de transmissie beschadigd raken.
Bij het slepen en aanslepen de wettelijke bepalingen in het betreffende land in acht nemen.
Aan het transporteren moet de voorkeur boven slepen worden gegeven.Wanneer de auto vanwege een ongeval of pech niet meer rijden kan, zijn de volgende mogelijkheden beschikbaar:
De auto in principe laten vervoeren of transporteren.
De auto slechts in uitzonderingssituaties slepen.
Bij een lage boordnetspanning of een systeemstoring kan
Vóór het slepen de automatische vergrendeling uitschakelen . Anders is er bij het aanslepen of slepen van de auto gevaar voor buitensluiten.
Vóór het slepen de wegsleepbeveiliging uitschakelen .Hyundai i10. Opslagruimtes
OPMERKING
Om mogelijke diefstal te voorkomen,
laat geen waardevolle
voorwerpen in de opslagruimte.
Houdt de opslagruimtes altijd
gesloten tijdens het rijden. Probeer
niet om zovee ...
Peugeot 108. Snelheidsbegrenzer (PureTech 82-motor)
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde
maximumsnelheid overschrijdt.
Het inschakelen van de snelheidsbegrenzer geschiedt handmatig en is bij
elke snelheid van ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Automatische motorstart
Algemene aanwijzingen De motor wordt automatisch gestart, als:
Het ECO start-stopsysteem via de
ECO-toets wordt uitgeschakeld
de achteru ...