Mercedes-Benz A-Klasse: Auto - Displaymeldingen - Boordcomputer en meldingen - Mercedes-Benz A-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz A-Klasse: Auto

Displaymeldingen Mogelijke oorzaken/gevolgen en Oplossingen
Voor motor starten rem bedienen U hebt geprobeerd om de motor in de transmissiestand te starten zonder het rempedaal in te drukken.

Het rempedaal indrukken.

Voor verlaten van rijstand P of N rem bedienen en motor starten U hebt geprobeerd om de transmissie in de stand of te zetten zonder de motor te starten.

De motor starten.

Het rempedaal indrukken.

Alleen als het rempedaal is ingedrukt, kan de transmissie vanuit de stand in de gewenste transmissiestand worden geschakeld. Alleen dan kan de parkeervergrendeling worden opgeheven. Als het rempedaal niet wordt ingedrukt, kan de DIRECT SELECT-keuzehendel wel worden bewogen, maar blijft de parkeervergrendeling ingeschakeld.

Bij een olietemperatuur van de transmissie onder 20 kan alleen als de motor draait vanuit de stand een andere transmissiestand worden ingeschakeld.
Voor verlaten van schakelstand P rem bedienen U hebt geprobeerd, zonder het rempedaal in te drukken, de transmissie in de stand , of te zetten.

Het rempedaal indrukken.

Wegrolgevaar Transmissie niet in P Het bestuurdersportier is geopend of niet volledig gesloten en de transmissie staat in de stand , of .

Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

WAARSCHUWING De auto kan wegrollen.

Er bestaat gevaar voor ongevallen!

De transmissie in de stand zetten.

De auto tegen wegrollen beveiligen .

Het bestuurdersportier volledig sluiten.

Zonder schakelen Werkplaats opzoeken De transmissiestand kan vanwege een storing niet meer worden gewijzigd.

Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

Als de transmissiestand is geselecteerd:

Zonder de transmissiestand  te wijzigen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Als de transmissiestand  , of  is geselecteerd:

De auto tegen wegrollen beveiligen .

Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Schakelstand P alleen bij stilstaand voertuig De auto is nog in beweging.

Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.

De transmissie in de stand zetten.
Voor inschakelen van schakelstand R eerst rem bedienen U hebt geprobeerd om vanuit de stand of de transmissiestand in te schakelen.

Bij ingedrukt rempedaal de transmissie in de stand zetten.

Achteruit rijden niet mogelijk Werkplaats opzoeken De automatische transmissie vertoont een storing. U kunt niet achteruitrijden.

Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Transmissie Storing De automatische transmissie vertoont een storing.

Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

Transmissie Storing Stoppen De automatische transmissie vertoont een storing.

Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.

De auto tegen wegrollen beveiligen .

Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Voertuig stoppen Schakelstand P kiezen Motor laten draaien De automatische transmissie is oververhit.

Voorzichtig verder rijden.

  • Als de displaymelding verdwijnt, is de automatische transmissie weer volledig beschikbaar. Als het multifunctioneel display nog steeds de displaymelding toont:

    Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    Wachten tot de automatische transmissie is afgekoeld en de displaymelding verdwijnt.

  • Backup accu Storing De noodaccu voor de automatische transmissie wordt niet meer opgeladen.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Tot dan altijd voor het afzetten van de motor de transmissie in de stand zetten.

    Voordat u de auto verlaat de elektrische parkeerrem bedienen.

    Koppeling oververhit Niet wegrijden Indien nodig vlot ont-koppelen en koppelen De koppeling is zwaar belast en de toegestane bedrijfstemperatuur van de koppeling is overschreden. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

    Frequent optrekken en langdurig stapvoets rijden vermijden.

    Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    De motor laten draaien.

  • De koppeling wordt sneller afgekoeld door de draaiende motor.

    of

    Indien mogelijk met gelijkmatige snelheid verder rijden.

    De voet van het koppelingspedaal nemen en de koppeling niet laten slippen.

  • De koppeling kan ook tijdens het rijden afkoelen. Het afkoelen kan enkele minuten duren. Als de koppeling is afgekoeld, verdwijnt de displaymelding. De koppeling is weer volledig gebruiksklaar.
  • Voor het starten van de motor de koppeling intrappen U hebt geprobeerd de motor te starten, zonder het koppelingspedaal in te drukken.

    Het koppelingspedaal indrukken.

    De motor opnieuw starten.

    De motor is bij het wegrijden afgeslagen, bijvoorbeeld door het te snel loslaten van het koppelingspedaal.

    Het koppelingspedaal opnieuw indrukken.

  • De motor start automatisch.

    Om weg te rijden het koppelingspedaal langzaam laten opkomen.

  • Transmissieolie oververhit Voorzichtig doorrijden Mercedes-AMG auto's: De transmissie-olie is oververhit.

    Het handmatig rijprogramma en het kortstondig actieve handmatig rijprogramma zijn niet meer beschikbaar. Het motorvermogen wordt verminderd.

    De auto laten afkoelen.

    4matic nu niet beschikbaar De 4MATIC is oververhit. De auto wordt alleen aangedreven door de voorwielen.

    Verder rijden.

  • Door de rijwind wordt de 4MATIC sneller afgekoeld.

    Als de displaymelding verdwijnt, is de 4MATIC weer beschikbaar en wordt de auto op alle vier de wielen aangedreven.

  • 4matic functioneert niet De 4MATIC vertoont een storing. De auto wordt alleen aangedreven door de voorwielen.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    De achterklep is geopend.

    WAARSCHUWING Als de achterklep geopend is en de motor draait kunnen uitlaatgassen het interieur binnendringen.

    Er bestaat vergiftigingsgevaar!

    De achterklep sluiten.

    De motorkap is geopend.

    Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

    WAARSCHUWING De geopende motorkap kan tijdens het rijden het zicht belemmeren.

    Er bestaat gevaar voor ongevallen!

    Direct op een veilige plaats stoppen.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    De motorkap sluiten.

    Actieve motorkap Storing zie handleiding De actieve motorkap (voetgangersbescherming) functioneert niet vanwege een storing of activering.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Ten minste een portier is geopend. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

    Alle portieren sluiten.

    Aanhangwagenkoppeling vergrendeling controler. De aanhangwagenvoorziening is niet goed vergrendeld.

    Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

    WAARSCHUWING Als de kogelhals niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken. Er bestaat gevaar voor ongevallen!

    Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppen en de motor afzetten.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    De kogelhals van de aanhangwagenvoorziening in de eindstand laten vergrendelen .

    functioneert niet accu zwak De boordnetspanning is te laag. De standverwarming is uitgeschakeld of kan niet worden ingeschakeld .

    Een lange afstand rijden.

  • De accu wordt opgeladen. Zodra de boordnetspanning volstaat, kan de standverwarming weer worden ingeschakeld.
  • functioneert niet brandstof tanken Er bevindt zich te weinig brandstof in de brandstoftank. De standverwarming kan niet meer worden ingeschakeld .

    Bij het eerstvolgende tankstation tanken.

    functioneert niet zie handleiding De standverwarming vertoont tijdelijk een storing of is defect.

    Bij horizontaal staande auto en afgekoelde motor:

    Viermaal met een tussenpauze van meerdere minuten proberen de standverwarming in te schakelen .

    Wanneer de standverwarming nog steeds niet inschakelt:

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Stuurbekrachtiging Storing zie handleiding De stuurbekrachtiging vertoont een storing.

    Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.

    WAARSCHUWING Er is meer kracht vereist voor het sturen.

    Er bestaat gevaar voor ongevallen!

    Uitproberen of u de zwaardere stuurkracht kunt uitoefenen.

    Als u nog steeds kunt sturen:

    Voorzichtig verder rijden.

    Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Als u niet meer kunt sturen:

    Niet verder rijden.

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Storing stuursysteem zie handleiding De elektrische stuurwielblokkering vertoont een storing.

    WAARSCHUWING De stuurinrichting kan door de elektrische stuurwielblokkering worden geblokkeerd.

    Er bestaat gevaar voor ongevallen!

    Direct op een veilige plaats stoppen.

    De auto tegen wegrollen beveiligen .

    Niet verder rijden.

    Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

    Voor het starten stuurwiel verdraaien De elektrische stuurwielblokkering kon de stuurinrichting niet ontgrendelen.

    De sleutel uit het contactslot verwijderen.

    Het stuurwiel iets draaien om de spanning op te heffen.

    De sleutel opnieuw in het contactslot steken.

    Telefoon No Service De auto bevindt zich buiten het zend- en ontvangstgebied van de provider van het mobiele netwerk.

    Wachten, tot de gereedheidsaanduiding van de mobiele telefoon wordt weergegeven op het multifunctioneel display.

    Ruitensproeiervloei-stof bijvullen Het ruitensproeiervloeistofniveau in het ruitensproeiervloeistofreservoir is tot onder het minimum gedaald.

    Ruitensproeiervloeistof bijvullen .

    Ruitenwissers Storing De ruitenwissers zijn defect.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Alarmknipperlicht. Storing De alarmknipperlichtinstallatie is defect.

    Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.

    Zie ook:

    Hyundai i10. Algemene voorzorgsmaatregelen interieur
    Voorkom dat bijtende oplossingen zoals parfum en cosmetische oliën in contact komen met de dashboardmateriaal omdat ze schade of verkleuring kunnen veroorzaken. Veeg deze onmiddelijk weg v ...

    Mercedes-Benz A-Klasse. Auto's met zitcomfortpakket
    Lengterichting: Hendel optillen en de stoel naar voren of achteren verschuiven. ...

    Toyota Aygo. Registreren van een Bluetooth-apparaat
    Alvorens Bluetooth-audio/telefoon te gebruiken, moet een Bluetooth-apparaat in het systeem worden geregistreerd. U kunt maximaal 5 Bluetooth-apparaten registreren. Registreren van een Blueto ...

    Modellen: