De schakelstandindicator in het instrumentenpaneel geeft, als het contact in stand ON (aan) staat, aan in welke stand de selectiehendel staat.
P (parkeren)
Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat stand P (parkeren) wordt ingeschakeld. In deze stand zijn de transmissie en de aangedreven wielen geblokkeerd.
P (achteruit)
Gebruik deze stand om de auto achteruit te rijden.
N (neutraal)
De wielen en de transmissie zijn niet ingeschakeld.
De auto zal zelfs op de kleinste helling wegrollen tenzij de parkeerrem wordt aangetrokken of het rempedaal wordt ingetrapt.
- Parkeren in stand N (neutraal)
Volg de onderstaande stappen als u parkeert en wilt dat de auto zal bewegen wanneer u hem duwt.
1. Na het parkeren van uw auto trapt u het rempedaal in en zet u de selectiehendel in stand [P] (parkeren) met het contact in stand [ON] of terwijl de motor draait.
2. Ontgrendel de parkeerrem als deze is geactiveerd.
3. Houd het rempedaal ingetrapt en zet het contact in stand [OFF].
- Bij auto's die zijn uitgerust met een Smart Key kan het contact alleen in stand [OFF] worden gezet wanneer de selectiehendel in stand [P] (parkeren) staat.
4. Zet de selectiehendel in stand [N] (neutraal) terwijl u het rempedaal intrapt De auto zal dan bewegen als er van buitenaf op geduwd wordt.
Als de auto in stand [N] (neutraal) wordt geparkeerd en achtergelaten, kan deze bewegen en ernstig letsel en verwondingen veroorzaken.
D (rijden)
Dit is de normale stand voor het rijden in voorwaartse richting. De transmissie schakelt automatisch tussen de vier versnellingen vooruit voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik bij optimale prestaties.
Druk voor extra vermogen tijdens inhaalmanoeuvres of het beklimmen van een steile helling het gaspedaal volledig in (meer dan 80%) totdat de kickdown (indien van toepassing) in werking treedt met een klikkend geluid. Hierdoor zal de automatische transmissie automatisch een lagere versnelling kiezen.
OPMERKING Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat stand D (rijden) wordt ingeschakeld.
3 (Derde versnelling) Voor het trekken van een aanhanger op hellingen of het afremmen op de motor bij het afrijden van hellingen.
"3" schakelt automatisch tussen de 1e, 2e en 3e versnelling. Dit betekent dat er niet naar de 4e versnelling opgeschakeld kan worden. Er wordt echter naar de 4e versnelling opgeschakeld wanneer de auto een bepaalde snelheid overschrijdt om te voorkomen dat de motor een te hoog toerental draait. Zet de selectiehendel handmatig in stand D om terug te keren naar normale rijomstandigheden.
2 (Tweede versnelling) Voor het rijden op gladde wegen, het oprijden van hellingen of het afremmen op de motor bij het afrijden van hellingen.
"2" schakelt automatisch tussen de eerste en tweede versnelling.
Dit betekent dat er niet naar de 3e versnelling opgeschakeld kan worden. Er wordt echter naar de 3e versnelling opgeschakeld wanneer de auto een bepaalde snelheid overschrijdt om te voorkomen dat de motor een te hoog toerental draait. Zet de selectiehendel handmatig in stand D om terug te keren naar normale rijomstandigheden.
1 (Eerste versnelling) Voor het oprijden van zeer steile hellingen of het afremmen op de motor bij het afrijden van steile hellingen. Wanneer wordt teruggeschakeld naar 1, blijft de transmissie tijdelijk in de tweede versnelling totdat de auto genoeg vaart heeft geminderd om de laagste versnelling in te schakelen. Rijd niet harder dan 50 km/h in de laagste versnelling.
1 schakelt alleen naar de 1e versnelling.
Er wordt echter naar de 2e versnelling opgeschakeld wanneer de auto een bepaalde snelheid overschrijdt en, naarmate de snelheid toeneemt, wordt opgeschakeld naar de 3e versnelling om te voorkomen dat de motor een te hoog toerental draait.
OPMERKING
Zorg dat de auto volledig stilstaat om schade aan de transmissie te voorkomen.
Zie het onderhoudsschema voor de juiste vloeistof.
Peugeot 108. Plafonnier / Verlichting bagageruimte
Plafonnier
In deze stand gaat de plafonnier branden als een van de portieren wordt
geopend.
De plafonnier is permanent uitgeschakeld.
De plafonnier brandt permanent.
Als de plafonnie ...
KIA Picanto. Baby's en kleine kinderen
Houd u aan de ter plaatse geldende
wettelijke voorschriften. Baby- en kinderzitjes
moeten op de juiste manier op
de achterstoel worden geplaatst en gemonteerd.
Raadpleeg voor meer informatie
ov ...
KIA Picanto. Zijairbag (indien van toepassing)
Beide voorstoelen van uw auto zijn uitgerust
met een zijairbag. Het doel van
de airbag is om de bestuurder en de
voorpassagier een aanvullende bescherming
te bieden naast de bescherming
gebod ...