Om de richtingaanwijzers te kunnen gebruiken, moet het contact in de stand ON staan. Beweeg de combischakelaar omhoog of omlaag (A) om de richtingaanwijzers in te schakelen.
De groene, pijlvormige controlelampjes op het instrumentenpaneel geven aan welke richtingaanwijzer in werking is.
Na het nemen van de bocht worden de lampjes automatisch uitgeschakeld.
Zet de combischakelaar handmatig terug in de middenstand als de richtingaanwijzers na een bocht blijven knipperen.
Beweeg de combischakelaar gedeeltelijk naar beneden of naar boven en houd hem vast (B) om een wisseling van rijstrook aan te geven. Als u de combischakelaar loslaat, keert deze weer terug naar zijn oorspronkelijke positie.
Wanneer een controlelampje blijft branden, niet knippert of abnormaal knippert, kunnen één of meer lampen doorgebrand zijn en moeten deze worden vervangen.
Impulsbediening richtingaanwijzers bij rijstrookwisseling (indien van toepassing)
Om de impulsbediening van de richtingaanwijzers bij rijstrookwisseling te activeren, beweegt u de combischakelaar iets en laat hem dan weer los. De richtingaanwijzers knipperen 3 ~ 7 keer. U kunt het knipperinterval wijzigen bij de verlichting onder Gebruikersinstellingen
OPMERKING Als de richtingaanwijzer abnormaal snel of langzaam knippert, duidt dit op een kapotte lamp of een slecht contact in het circuit van de richtingaanwijzers.
Mercedes-Benz A-Klasse. Anti-inklemfunctie van de zijruiten
De zijruiten zijn uitgerust met een automatische
anti-inklemfunctie. Indien een solide object een van de
zijruiten bij de automatische sluitprocedure hindert of
belemmert, gaat de zi ...
KIA Picanto. Een kinderzitje (CRS) installeren
WAARSCHUWING
Doe altijd het volgende voordat u
een kinderzitje installeert:Lees en volg de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje.
Het niet naleven van alle waarschuwingen
en ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Overzicht transmissieschakeling
Parkeerstand met
parkeervergrendeling
Achteruitversnelling
Neutraalstand
...