DAGVERLICHTING
DIMLICHT KOPLAMPEN/ STADSLICHT
Het controlelampje op het instrumentenpaneel gaat branden.
Wanneer het dimlicht brandt, schakelt de dagrijverlichting uit.
Met de keuzeschakelaar in de AUTOstand, worden de koplampen bestuurd door de schemersensor
GROOTLICHT
Grootlichtsignaal
PARKEERLICHTEN
Deze lampen kunnen ingeschakeld worden met de startschakelaar in de
STOP-positie of met de sleutel verwijderd, door de linker hendelring eerst
naar de positie te bewegen (of de AUTO-positie als het voertuig geen
schemersensor heeft) en dan naar positie
. Het waarshuwingslampje
gaat
branden op het instrumentenpaneel.
Herhaal dezelfde handeling om ze uit te schakelen.
RICHTINGAANWIJZERS
Zet de hendel in de (stabiele) stand:
RIJBAANWISSELFUNCTIE
FOLLOW ME HOME
Met deze functie kan de ruimte vóór de auto een bepaalde periode worden verlicht.
Inschakelen
Het "Follow Me Home" systeem wordt ingeschakeld door de hendel fig. 25 naar het stuurwiel te trekken, tot de eindaanslag. Deze functie kan binnen 2 minuten nadat de motor is afgezet ingeschakeld worden. Met deze functie kunnen de verlichting en het dimlicht worden ingeschakeld.
De inschakeltijd van de koplampen kan worden ingesteld door de hendel één
of meerdere keren naar het stuurwiel te trekken (onstabiele positie). In
dit geval kan er gekozen worden uit 0, 30, 60, 90 tot maximaal 210
seconden. Elke keer als de hendel wordt bediend, gaat het
waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden. Op het display
verschijnt een bericht en de voor de functie ingestelde tijdsduur.
Het
lampje gaat branden wanneer de hendel voor het eerst wordt bediend en
blijft branden totdat de functie automatisch wordt uitgeschakeld.
Uitschakelen
De functie kan worden uitgeschakeld door de koplampen of het stadslicht in te schakelen, of door de linkerhendel langer dan 2 seconden naar het stuurwiel te trekken (onstabiele positie), of door de startinrichting op MAR te zetten.
AUTO FUNCTIE (Schemersensor) (voor bepaalde versies/markten)
Dit is een infrarood-LEDsensor die samen met de regensensor werkt. Hij bevindt zich op de voorruit (fig. 25) en kan variaties in het buitenlicht detecteren op basis van de lichtgevoeligheid die ingesteld is in het Menu van het display of het Uconnect™ 5" of 7" HD systeem (waar voorzien).
Hoe hoger de gevoeligheid, des te minder buitenlicht er nodig is om de buitenverlichting automatisch in te schakelen.
Inschakeling van de functie Zet de linker hendelring fig. 26 in de AUTO-stand.
BELANGRIJK: De functie kan alleen worden ingeschakeld met de startinrichting in stand MAR.
Uitschakeling van de functie Om de functie uit te
schakelen, de linker hendelring A naar stand draaien.
KIA Picanto. Ontdooien
LET OP
Gebruik om beschadiging van de verwarmingsdraden
te voorkomen nooit
scherpe voorwerpen of reinigingsmiddelen
met schurende bestanddelen
om de achterruit te reinigen.
OPMERKING
Zi ...
Mercedes-Benz A-Klasse. EBD (elektronische remkrachtverdeling)
Algemene informatie
Om de rijstabiliteit tijdens het remmen te verbeteren
controleert en regelt de EBD de remdruk voor de achterwielen.
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
Inf ...
Fiat 500. Imperiaal/ski drager
BEVESTIGINGSPUNTEN
De bevestigingspunten bevinden zich in de zones getoond in fig. 43.
Om de voorste te gebruiken, verwijder de afdekking A fig. 43, toegankelijk
met het portier open.
De achter ...