Compacte stadsauto: Startkabels gebruiken

  1. Start de motor van de hulpauto en laat de motor met enigszins verhoogde toeren draaien.
  1. Start de motor van de stilgevallen auto.
N.B.: Voor auto's met een handgeschakelde transmissie: als de accu leeg raakt of u een nieuwe accu installeert, zal de motor pas starten wanneer u het koppelingspedaal twee seconden ingedrukt houdt en het koppelingspedaal daarna loslaat en twee seconden wacht, met de sleutel in de stand AAN gedraaid en de motor uit.
  1. Zodra de stilgevallen auto is gestart, laat u beide motoren nog eens drie minuten draaien voordat u de hulpstartkabels loskoppelt.
De hulpstartkabels verwijderen

Verwijder de hulpstartkabels in omgekeerde volgorde van aansluiten.

N.B.: In de afbeelding wordt de onderste auto gebruikt om de hulpaccu (de voedingsbron) aan te duiden.

De hulpstartkabels verwijderen

  1. Houd de hulpstartkabel weg van het geaarde metaaloppervlak.
  2. Maak de hulpstartkabel los van de negatieve (-) aansluiting van de accu van de hulpauto.
  3. Maak de hulpstartkabel los van de positieve (+) aansluiting van de accu van de hulpauto.
  4. Maak de hulpstartkabel los van de positieve (+) pool van de accu van de stilgevallen auto.
Zodra de stilgevallen auto is gestart en de hulpstartkabels zijn verwijderd, laat u de motor een paar minuten stationair draaien zodat de motorcomputer de omstandigheden voor stationair draaien opnieuw kan aanleren.

    READ NEXT:

     Waarschuwingssysteem na een aanrijding

    Het systeem doet de lampjes van de richtingaanwijzers knipperen bij een ernstige botsing waarbij een airbag (voor, zij, zijgordijn of Safety Canopy) of de gordelspanners worden geactiveerd. De lampjes gaan uit wanneer: u op een knop voor

     Plaatsen zekeringenhouders

    Zekeringkast motorruimte Deze zekeringkast bevindt zich in de motorruimte. Zekeringenkast in passagierscompartiment De zekeringenkast bevindt zich achter het handschoenenkastje. Ga als volgt te werk voor toegang tot de zekeringkast:

    SEE MORE:

     Waarschuwings- en indicatielampen

    De volgende waarscrolelampen waarschuwen u voor een voertuigconditie die ernstig zou kunnen worden. Sommige lampen gaan branden wanneer u de motor start om aan te geven dat ze werken. Indien een van de lampen blijft branden nadat de mo

     Noodontgrendeling/-vergrendeling

    Portier zonder slotcilinder vergrendelen Afb. 161 Portier links/portier rechts Het betreffende portier openen. Bij wagens met het paneel A dit paneel verwijderen " afb. 161. De sleutel in de sleuf steken en in pijlrichting draaien (tegen