Compacte stadsauto: Kinderzitjes installeren

Kinderzitjes installeren

 

Kinderzitjes installeren

WAARSCHUWING

Extreem gevaar! Gebruik een naar achteren gericht kinderveiligheidszitje nooit op een stoel die beschermd wordt door een ervoor aangebrachte actieve airbag! Het kind kan dodelijke of ernstige verwondingen oplopen.

U moet de passagiersairbag uitschakelen wanneer een naar achteren gericht kinderzitje op de voorstoel wordt gebruikt.

U moet de passagiersairbag weer inschakelen nadat het kinderzitje is verwijderd.

Zie Passagiersairbag.
WAARSCHUWING

Plaats kinderen kleiner dan 150cm in een goedgekeurd kinderstoeltje op de achterbank.

Lees de instructies van de fabrikant en volg deze op wanneer u een kinderzitje plaatst.

Verander kinderzitjes op geen enkele wijze.

Houd een kinderzitje nooit op uw schoot wanneer de auto rijdt.

Laat kinderen of huisdieren niet zonder toezicht in uw auto achter. Als u deze instructie negeert, kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.

Laat de kinderzitjes controleren wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is geweest.
N.B.: Indien mogelijk moeten kinderen altijd goed worden vastgeklikt op de achterbank.

N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend.

Alleen kinderzitjes die zijn gecertificeerd volgens ECE-R129 of ECE-R44.03 (of recenter) zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto.

READ NEXT:

 Kinderzitjes voor verschillende gewichtsgroepen

Babyzitje Plaats kinderen met een lichaamsgewicht van minder dan 13kg in een achterwaarts gericht babyzitje (groep 0+), dat op de achterstoel is geplaatst.Kinderzitje Vervoer kinderen met een lichaamsgewicht van 13-18kg in een

 Zitverhogers

WAARSCHUWINGBevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel of de veiligheidsgordel. Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit. Plaats h

 ISOFIX verankeringspunten

WAARSCHUWINGGebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening die voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of met een voet aan. N.B.: Wanneer u een

SEE MORE:

 Regionale modus

De regionale modus regelt het gedrag van alternatieve frequenties (AF) door tussen regionale netwerken van een hoofdzender te schakelen. Een zender kan over een groot netwerk beschikken dat in een groot deel van het land te ontvangen i

 USB 2

Uw auto kan uitgerust zijn met een extra USB-poort. In dat geval bevindt USB 1 zich vooraan in de auto, onder aan het dashboard. USB 2 bevindt zich in de bagageruimte van de middenconsole van uw auto.U kunt een extra USB-apparaat aa