De bandenspanning neemt ook onder normale omstandigheden langzaam af, zodat u af en toe de banden moet oppompen.
Dit duidt niet op een lek, maar is een normaal verschijnsel. Controleer de bandenspanning altijd bij koude banden, omdat de bandenspanning bij een hogere temperatuur toeneemt.
U kunt de bandenspanning als volgt controleren:
1. Draai de ventieldop los, die zich op de velg van de band bevindt.
2. Houd de bandenspanningsmeter aangedrukt op het ventiel. Er kan aanvankelijk wat lucht ontsnappen en er zal meer lucht ontsnappen wanneer u de bandenspanningsmeter niet stevig aandrukt.
3. De bandenspanningsmeter wordt geactiveerd wanneer u deze stevig en zonder lucht te laten ontsnappen aandrukt.
4. Lees de bandenspanning af op de meter om te weten of de bandenspanning laag of hoog is.
5. Pas de bandenspanning zo nodig aan. Zie "Banden en wielen".
6. Plaats de ventieldop terug.
Citroen C1. Bandenspanningscontrolesysteem
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
Het systeem bewaakt de spanning van de vier
banden zodra de auto begint te rijden.
Het systeem vergelijkt de signale ...
KIA Picanto. Mistlamp vóór (indien van
toepassing)
De mistlampen dienen voor een beter
zicht onder omstandigheden waarbij
het zicht sterk verminderd is, zoals bij
mist, regen, sneeuwval, enz. De mistlampen
gaan aan als de mistlampschakelaar
( ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Airconditioning
Instellingen voor de luchtverdeling
Luchttoevoer via de ontwasemingsroosters.
Luchttoevoer via de middelste
luchtuitstroomopeningen en ...