Hyundai i10: Het wisselen van het wiel - Bij een lekke band (met reservewiel, indien van toepassing) - Wat te doen in noodgevallen - Hyundai i10 - InstructieboekjeHyundai i10: Het wisselen van het wiel

Het wisselen van het wiel

1. Parkeer op een effen en harde ondergrond en zet de parkeerrem vast.

2. Zet de snellingspook naar R (achteruit) positie (handgeschakelde versnellingsbak) of P (parkeer) positie (automatischeversnellingsbak).

3. Zet de waarschuwingsverlichtin aan.

Het wisselen van het wiel

4. Trek vloerbedekking van de bagageruimte omhoog en neem de wielmoersleutel, krik, krikhendel en reservewiel uit het voertuig.

5. Blokkeer indien mogelijk zowel de voor- als achterkant van het wiel dat diagonaal tegenover de krikpositie staat.

WAARSCHUWING - Wisselen van een wiel
  • Om te voorkomen dat de auto gaat rijden tijdens het wisselen van een wiel moet altijd de parkeerrem worden vast gezet en indien mogelijk, blokkeer het wiel diagonaal tegenover het wiel dat wordt gewisseld.
  • Laat geen mensen in de auto tijdens het wisselen van een wiel.

Het wisselen van het wiel

6. Los de wielmoeren tegen de klok in een omwenteling elk, maar verwijder geen enkele moer totdat het wiel van de grond af is getild.

Het wisselen van het wiel

7. Plaats de krik op de krikpositie bij het wiel welke gewisseld moet worden.

Let op dat de krik op de aangewezen plaatsen onder het onderdstel wordt geplaatst. De krikposities van het auto- onderstel zijn verstevigd en aangegeven met twee lippen en een verhoogde punt.

WAARSCHUWING - Krikpositie

Om verrassingen te voorkomen is het raadzaam alleen de bij het voertuig geleverde krik te gebruiken en in de juiste krikpositie; gebruik nooit andere steunpunten van het voertuig als krikondersteuning.

Het wisselen van het wiel

8. Steek de krikhendel in de krik en draai het tegen de klok in, en breng het voertuig omhoog totdat de band net vrij is van de grond. Houdt ongeveer 30 mm vrije ruimte aan. Let op dat voor het losdraaien en verwijderen van de wielmoeren de auto stabiel staat en er geen kans is dat de auto van de krik glijdt.

9. Neem de wielmoeren los en verwijder deze. Pak het wiel van de astap en leg het plat neer zodat het niet kan wegrollen.

Pak het te monteren wiel op en kijk waar de gaten van de wielmoeren zich bevinden en breng het wiel in lijn en plaats het op de naaf.

WAARSCHUWING
  • Velgen en wieldeksel kunnen scherpe randen hebben. Wees voorzichtig om lichamelijk letsel te voorkomen.
  • Voordat het wiel op zijn plek wordt gezet, controleer of zowel de naaf als het wiel vrij is van vuil waardoor de velg niet goed op de naaf kan worden gezet. Verwijder eventueel het vuil. Als er geen goed contact van de montagevlakken tussen het wiel en de naaf, kunnen de wielmoeren los raken.

    Het verlies van een wiel kan resulteren in verlies van controle over het voertuig, ongevallen, ernstig persoonlijk letsel en dood.

10. Om het wiel opnieuw te monteren, moet het goed op zijn plaats worden gehouden waarna de wielmoeren op handvast kunnen worden aangedraaid.

Let op dat moeren op de juiste wijze worden gemonteerd. Let op dat het reservewiel op de juiste wijze is gemonteerd en alle wielmoeren goed zijn bevestigd.

11. Laat de krik zakken en en zet de auto op de grond.

Het wisselen van het wiel

Plaats de wielmoersleutel dan zoals getoond in de tekening en draai de wielmoeren vast. Controleer of de sleutel volledig over de moer wordt gezet om schade aan de wielmoeren te voorkomen.

Gebruik alleen de sleutel, breng geen verlengstuk aan.

Trek de wielmoeren een voor een aan en let op dat deze goed vastgezet worden.

Controleer nogmaals of alle moeren zijn vastgezet. Na het veranderen van wielen, raden we aan om het systeem te laten nakijken door een erkende HYUNDAI- verdeler.

Wielmoer aanhaalmoment: Stalen velgen en aluminium velgen: 9~11 kgf*m (65~79 lbf*ft)

Controleer regelmatig de bandenspanning en corrigeer deze zonodig. Let op dat na het controleren en corrigeren van de bandenenspanning het ventieldopje weer wordt terug gezet op het ventiele spanning. Dit om te voorkomen dat het ventiel vervuilt raakt en eventueel gaat lekken. Als een wiel gewisseld is, zorg dan dat alle gebruikte gereedschappen en het wiel weer terug op de juiste plaats worden geplaatst.

Dit om rammels en beschadigingen te voorkomen.

OPMERKING De wielmoeren en tapeinden zijn voorzien van metrisch schroefdraad.

Let op dat bij het vervangen van de wielmoeren de juiste worden gebruikt. Als wielen worden vervangen moeten wielen worden gebruikt van dezelfde maatvoering. Dit geldt ook voor de bijbehorende wielmoeren.

Neem bij twijfel, raden we u aan een erkende HYUNDAI verdeler te raadplegen.

 

WAARSCHUWING - Wiel tapeinden

Indien de tapeinden beschadigd raken, is het mogelijk dat de wielen niet goed vast gezet kunnen worden.

Dit kan leiden tot verlies van het wiel en alle gevolgen daatuit voortkomend.

Om te voorkomen dat de krik, krikhendel, reservewiel moersleutel en reserveband gaan rammelen terwijl het voertuig in beweging is, zorg dat deze op de juiste wijze zijn vastgezet.

WAARSCHUWING - Bandspanning reservewiel

Controleer de bandspanningen zo snel mogelijk na het in gebruik nemen van het reservewiel. Breng het op de aangegeven spanning. Raadpleeg "Banden en wielen" sectie 8.

Belangrijk - gebruik van een compact reservewiel (indien van toepassing) Het voertuig is uitgerust met een compact reservewiel. Dit compacte reservewiel neemt minder plaats in en is lichter dan een wiel van normale grootte. Dit wiel is kleiner dan een conventioneel wiel en is alleen ontworpen voor tijdelijk gebruik.

OPMERKING
  • Rij voorzichtig wanneer het compacte reservewiel in gebruik is. Het compacte reservewiel moet zo snel mogelijk worden terug gewisseld door een "normaal" wiel.
  • Het is aan te raden niet meer dan één compact reserve wiel te gebruiken en dit wiel zo snel mogelijk weer terug te wisselen voor het orginele wiel.

 

WAARSCHUWING Het compacte reservewiel is alleen voor gebruik in noodgevallen. Rij niet harder dan 80 km/ uur (50 mph). Het oorspronkelijke wiel moet zo spoedig mogelijk worden gerepareerd en terug geplaatst. Dit komt het rijcomfort en de veiligheid te goede.

Het compacte reservewiel moet een spanning hebben van 420 kPa (60 psi).

AANDACHT Controleer indien mogelijk de bandspanning na het installeren van het reservewiel. Breng het op de aangegeven spanning.

Bij het gebruik van een compacte reservewiel, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in achtgenomen worden:

Zie ook:

Mercedes-Benz A-Klasse. Inleiding
In de auto mogen alleen goedgekeurde kinderzitjesbevestigingssystemen volgens ECE-norm ECE-R44 worden gebruikt. Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssystemen van gewichtsgroep ...

Mercedes-Benz A-Klasse. Modus uitrollen (alleen voor dieselmotoren)
De modus uitrollen heeft de volgende eigenschappen: De verbrandingsmotor wordt losgekoppeld van de aandrijflijn. Het motortoerental komt overe ...

Mercedes-Benz A-Klasse. Veiligheidsgordels omgespen en instellen
De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de veiligheidsgordel  en de aanwijzingen met betrekking tot het correcte gebruik van de veiligheidsgordel  in acht nemen. ...

Modellen: