Compacte stadsauto: Zitverhogers

WAARSCHUWING

Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel of de veiligheidsgordel.

Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit.

Plaats het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel niet onder de arm of achter de rug en sta niet toe dat het kind dit doet. Als u deze instructie niet opvolgt, kan de veiligheidsgordel minder doeltreffend werken en is de kans op ernstige of dodelijke verwondingen bij een botsing groter.

Gebruik geen kussens, boeken of handdoeken om het kind hoger te laten zitten. Als u deze instructie negeert, kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.

Zorg ervoor dat uw kinderen rechtop zitten.

Gebruikt u een kinderzitje op een achterbank, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust. Het mag de hoofdsteun niet raken. Verwijder de hoofdsteun indien nodig.

U moet de hoofdsteun weer aanbrengen nadat het kinderzitje is verwijderd.

Zie Hoofdsteunen.

N.B.: Als u een kinderzitje op de achterbank gebruikt, moet u de voorstoel afstellen, zodat contact met de voetjes of de beentjes van het kind of het kinderzitje wordt vermeden.

Zitverhoger (groep 2)

Zitverhogers

Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15kg maar met een lengte van minder dan 150cm in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen.

Wij raden het gebruik van een kinderzitje aan, dat uit een zitverhoger met een rugleuning bestaat in plaats van alleen een zitverhoger. De hogere zitpositie zorgt ervoor dat de standaard veiligheidsgordel correct over het midden van de schouder van het kind en de heupgordel over de heupen komt te liggen.

Zitverhoger (groep 3)

Zitverhogers

    READ NEXT:

     ISOFIX verankeringspunten

    WAARSCHUWINGGebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening die voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of met een voet aan. N.B.: Wanneer u een

     Plaatsing kinderzitje

    WAARSCHUWINGExtreem gevaar! Gebruik een naar achteren gericht kinderveiligheidszitje nooit op een stoel die beschermd wordt door een ervoor aangebrachte actieve airbag! Het kind kan dodelijke of ernstige verwondingen oplopen. A

     Kindersloten

    WAARSCHUWINGDe achterportieren kunnen niet van binnenuit worden ontgrendeld indien het kinderslot is ingeschakeld. De kinderveiligheidssloten bevinden zich aan de achterrand van elk achterportier en moeten voor elk portier afzonderl

    SEE MORE:

     Inleiding voor het onderwerp

    Geldt voor Swing. Dit hoofdstuk behandelt de bediening van een via Bluetooth met het apparaat verbonden telefoon. Om een telefoon via Bluetooth met het apparaat te kunnen verbinden, moeten de beide apparaten met elkaar worden gekoppeld. He

     Handmatige klimaatregeling

    Aanjagersnelheid: Regelt de hoeveelheid lucht die in de auto circuleert. Draai deze knop om de gewenste snelheid te selecteren of de aanjager uit te schakelen. Als u de aanjager uitschakelt, kan de voorruit beslaan. L