Compacte stadsauto: Werking

WAARSCHUWING

Om letsel te voorkomen, moet u deze paragraaf over de beperkingen van het systeem hebben gelezen en begrepen. De sensoren zijn slechts een hulpmiddel om bepaalde (meestal grote en vaste) voorwerpen te ontdekken wanneer op een vlak wegdek met parkeersnelheid wordt gereden. Bepaalde voorwerpen met oppervlakken die ultrasonische geluidsgolven absorberen, parkeerhulpsystemen van omringende voertuigen, verkeersgeleidingssystemen, fluorescerende lampen, slecht weer, luchtremmen en uitwendige motoren of ventilators kunnen ook een nadelige invloed op het sensorsysteem hebben. Dit kan onder andere resulteren in verminderde prestaties of een onterechte activering.

Om letsel te voorkomen, moet u altijd voorzichtig zijn in de achteruit (R) en als u het sensorsysteem gebruikt.

Het parkeerhulpsysteem kan niet voorkomen dat u tegen kleine of bewegende voorwerpen, laag bij de grond, aanrijdt. Het parkeerhulpsysteem geeft een geluidssignaal wanneer het een groot voorwerp detecteert en helpt zo schade aan uw auto te voorkomen. Wees voorzichtig wanneer u het parkeerhulpsysteem gebruikt, om verwondingen te voorkomen.

N.B.: Door sommige later aangebrachte accessoires, zoals grote trekhaken, fietsen- of surfplankrekken kan het systeem minder goed werken of vals alarm geven.

N.B.: Houd de sensoren in de bumper vrij van sneeuw, ijs en zware vuilophopingen. Indien de sensoren afgedekt zijn, kan de nauwkeurigheid van het systeem nadelig worden beïnvloed. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen.

N.B.: Indien uw auto schade aan de achterbumper of het achterschort heeft opgelopen, waardoor deze scheef of verbogen zijn, kan de sensorzone gewijzigd zijn. Dit kan onnauwkeurige metingen van obstakels of vals alarm veroorzaken.

N.B.: Het sensorsysteem kan niet worden uitgeschakeld wanneer een MyKey aanwezig is. Zie Werking.

N.B.: Wanneer u bepaalde accessoires gebruikt, zoals een aanhanger of een fietsendrager, kan het voorkomen dat het achterste sensorsysteem het accessoire detecteert en daardoor valse waarschuwingen geeft. Om valse waarschuwingen te voorkomen, wordt aangeraden om het achterste sensorsysteem uit te schakelen wanneer u een accessoire op uw auto plaatst.

Het sensorsysteem waarschuwt de bestuurder voor obstakels binnen een bepaalde afstand tot uw auto. Het systeem wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het contact aanzet.

U kunt het systeem in- of uitschakelen door de transmissie in Achteruit (R) te schakelen.

Als het systeem een storing heeft, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het informatiedisplay. Zie Infoberichten.

    READ NEXT:

     Parkeerhulp achter

    WAARSCHUWINGOm letsel te voorkomen, moet u deze paragraaf over de beperkingen van het systeem hebben gelezen en begrepen. De sensoren zijn slechts een hulpmiddel om bepaalde (meestal grote en vaste) voorwerpen te ontdekken wannee

     Werking

    WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Met de snelheidsregeling (cruise control) kunt u met behulp van de schakelaars op het s

    SEE MORE:

     Mistlampen voor

    Trek de elektrische stekker los. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. N.B.: Raak het glas van de gloeilamp niet aan.Achterlichten Verwijder de bevestigingsschroeven. Verwijder de lamp. Trek de multis

     Risico´s onderweg

    Hoe voorzichtig u ook rijdt, u kunt onderweg altijd een keer een lekke band krijgen. Rijd langzaam naar de dichtstbijzijnde veilige plaats uit het verkeer. Hierdoor kan de lekke band nog meer beschadigd raken, maar uw veiligheid is bel