Compacte stadsauto: Plaatsing kinderzitje

WAARSCHUWING

Extreem gevaar! Gebruik een naar achteren gericht kinderveiligheidszitje nooit op een stoel die beschermd wordt door een ervoor aangebrachte actieve airbag! Het kind kan dodelijke of ernstige verwondingen oplopen.

Als u een kinderzitje met steunpoot gebruikt, dan moet de steunpoot stevig op de vloer rusten.

Als u een kinderzitje en een veiligheidsgordel gebruikt, dan mag de veiligheidsgordel niet slap hangen of gedraaid zijn.

Gebruikt u een kinderzitje op een achterbank, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust. Het mag de hoofdsteun niet raken. Verwijder de hoofdsteun indien nodig.

U moet de hoofdsteun weer aanbrengen nadat het kinderzitje is verwijderd.

Zie Hoofdsteunen.
WAARSCHUWING

U moet de passagiersairbag uitschakelen wanneer een naar achteren gericht kinderzitje op de voorstoel wordt gebruikt.

Zie Passagiersairbag.

 

Stoelposities Gewichtsgroepen
0 0+ 1 2 3
Tot 10 kg (22 lbs) Tot 13 kg (29 lbs) 9 - 18 kg (20 - 40 lbs) 15 - 25 kg (33 - 55 lbs) 22 - 36 kg (46 - 79 lbs)
Passagier voor met airbag AAN X X UF1 UF1 UF1
Passagier voor met airbag UIT U1 U1 U1 U1 U1
Stoelen achter U U U U U
Midden achter X X X X X

X Niet geschikt voor kinderen van deze gewichtsgroep.

U1 Geschikt voor universele kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichtsgroep.

UF1 Geschikt voor universele, voorwaarts gekeerde kinderzitjes, die zijn goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep. We raden aan dat u kinderen vastklikt in een kinderzitje dat door de overheid is goedgekeurd, op de achterbank.

N.B.: Gebruikt u een kinderzitje op een voorstoel, zorg dan dat het kinderzitje niet het instrumentenpaneel raakt. De passagiersstoel moet zo ver mogelijk naar achter worden geplaatst en de veiligheidsgordel moet langs de voorzijde (van de ring op de B-stijl naar het kinderzitje) worden geleid. Is het heupgedeelte van de veiligheidsgordel moeilijk strakker te zetten zonder dat speling overblijft, zet dan de rugleuning recht overeind en zet de stoel hoger. Zie De juiste zitpositie innemen.

N.B.: Als u een kinderzitje op de achterbank gebruikt, moet u de voorstoel afstellen, zodat contact met de voetjes of de beentjes van het kind of het kinderzitje wordt vermeden.

Stoelposities Gewichtsgroepen
0 0+ 1
Naar achteren gericht Naar voren gericht Naar achteren gericht
Tot 10 kg (22 lbs) Tot 13 kg (29 lbs) 9 - 18 kg (20 - 40 lbs)
Passagiersstoel voor Niet uitgerust met ISOFIX
Buitenzijde achter. Maatklasse E1 D, E1 A, B, B11 D1
Stoeltype IL2 IL, IUF3 IL

IL Geschikt voor bepaalde ISOFIX kinderzitjes van de categorie semi-universeel. Raadpleeg de voertuigaanbevelingslijst van de fabrikant van de kinderzitjes.

IUF Geschikt voor ISOFIX naar voren gerichte kinderzitjes van de categorie universeel goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep en ISOFIX maatklasse.

1De ISOFIX-gewichtsklasse, zowel voor universele als semi-universele bevestigingssystemen voor kinderzitjes, wordt bepaald door de hoofdletters A t/m G. Deze letters staan vermeld op het ISOFIX-kinderzitje.

2 Ten tijde van publicatie is de aanbevolen groep 0+ ISOFIX kinderzitjes de Britax Romer Baby Safe. Neem contact op met uw dealer voor de recentste informatie over ons aanbevolen kinderzitje.

3Ten tijde van publicatie is de aanbevolen groep 1 ISOFIX kinderzitjes de Britax Romer Duo. Neem contact op met uw dealer voor de recentste informatie over onze aanbevolen kinderzitjes.

Ten tijde van publicatie zijn de aanbevolen groep 2 en 3 kinderzitjes de Britax Kidfix XP. Neem contact op met uw dealer voor de recentste informatie over onze aanbevolen kinderzitjes.

Kinderzitjes i-formaat

- Passagiersstoel vooraan Zitplaatsen op de linker- en rechterachterbank Middelste zitplaats achterbank
Kinderzitjes i-formaat X I-U X

I-U Geschikt voor gebruik met naar voor of achter gerichte bevestigingssystemen voor kinderzitjes van i-formaat.

X Niet geschikt voor gebruik met bevestigingssystemen voor kinderzitjes van i-formaat.

    READ NEXT:

     Kindersloten

    WAARSCHUWINGDe achterportieren kunnen niet van binnenuit worden ontgrendeld indien het kinderslot is ingeschakeld. De kinderveiligheidssloten bevinden zich aan de achterrand van elk achterportier en moeten voor elk portier afzonderl

     Veiligheidsgordels vastmaken

    WAARSCHUWINGSteek de slottong in het gordelslot tot een zachte klik hoorbaar is. Wanneer de veiligheidsgordel niet correct is bevestigd, hoort u geen klik. Zorg dat de veiligheidsgordels correct zijn opgeborgen wanneer ze niet

    SEE MORE:

     Wielmoersleutel monteren

    Schuif de wielmoersleutel uit. N.B.: Zorg ervoor dat de wielmoersleutel geheel uitgeschoven is.Wieldop verwijderen Draai de wielmoeren een slag los. Krik de auto op totdat het wiel vrij van de grond is. Verwijder de wiel

     Beheer van gekoppelde externe apparaten

    Afb. 118 Lijst met gekoppelde apparaten / wissen van gekoppelde apparaten Voor de weergave van de lijst met gekoppelde externe apparaten de toets Bluetooth → Gekoppelde apparaten indrukken. In de lijst met gekoppelde externe app