Compacte stadsauto: Crashsensoren en airbagcontrolelamp

WAARSCHUWING

Uitrusting aan de voorzijde van uw auto (inclusief motorkap, bumpersysteem, frame, carrosseriestructuur vooraan, trekhaken en motorkappennen) wijzigen of toevoegen kan de prestaties van het airbagsysteem, waardoor het risico op letsel toeneemt. Wijzig de voorzijde van uw auto niet en plaats geen extra apparatuur.

De module aanvullend veiligheidssysteem bewaakt de gereedheid van de veiligheidsinrichtingen en de botsingssensoren. De gereedheid van het veiligheidssysteem wordt aangeduid door een controlelamp in het instrumentenpaneel of door een geluidssignaal als back-up wanneer de controlelamp niet werkt. Routineonderhoud van de airbag is niet nodig.

Een storing in het systeem kan als volgt worden aangeduid:

Missing Image Het gereedheidslampje gaat niet onmiddellijk branden wanneer het contact wordt aangezet.
  • Het gereedheidslampje knippert of blijft branden.
  • Er is een reeks van vijf pieptonen te horen. Het patroon van de toon wordt periodiek herhaald totdat het probleem, het lampje of beide zijn gerepareerd.
Als een van deze situaties zich voordoet, zelfs met tussenpozen, laat u het aanvullend veiligheidssysteem onmiddellijk repareren bij een erkende dealer. Tenzij het is gerepareerd, zal het systeem wellicht niet goed werken bij een botsing. Zie Passagiersairbag.

De gordelspanners en het airbag aanvullend veiligheidssysteem vooraan zijn ontworpen om te worden ingeschakeld wanneer de auto voldoende in de lengte wordt afgeremd zodat de module aanvullend veiligheidssysteem een veiligheidsinrichting inschakelt.

Het feit dat de gordelspanners of de airbags vooraan niet voor beide inzittenden vooraan worden ingeschakeld bij een botsing betekent niet dat er iets mis is met het systeem. Het betekent echter dat de module aanvullend veiligheidssysteem heeft bepaald dat de omstandigheden van het ongeval (ernst botsing, gebruik veiligheidsgordel) niet geschikt waren om deze veiligheidsinrichtingen in te schakelen.
  • De airbags vooraan worden alleen ingeschakeld bij frontale of bijna-frontale botsingen (niet bij kantelen, botsing van opzij of botsing langs achter tenzij de botsing zorgt voor voldoende afremmen in de lengterichting).
  • De veiligheidsgordelspanners zijn zodanig ontworpen dat ze bij frontale botsingen en bijna-frontale botsingen werken.
  • De sidebags en gordijnairbags (mits aanwezig) gaan bij bepaalde botsingen van opzij of bij andere botsingen met voldoende kracht werken.
Airbag afvoeren

Raadpleeg zo spoedig mogelijk uw erkende dealer. Airbags moeten door gekwalificeerd personeel worden afgevoerd.

    READ NEXT:

     Algemene informatie over radiofrequenties

    N.B.: Wijzigingen of modificaties zonder nadrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke partij kunnen veroorzaken dat de productgoedkeuring vervalt. Het typische zendbereik voor uw zender is ca. 10m.Een afname van het zendberei

     Afstandsbediening

    Uw erkende dealer kan maximaal zes afstandsbedieningen voor uw auto programmeren. Batterij van afstandsbediening vervangen Zorg dat u oude batterijen op milieuvriendelijke wijze weggooit. Zoek advies m.b.t. de plaatselijke regels m.

    SEE MORE:

     Parkeren

    Om te stoppen en parkeren een plek met een geschikte ondergrond zoeken . De handelingen bij het parkeren alleen in de aangegeven volgorde uitvoeren. De wagen afremmen tot stilstand en het rempedaal ingetrapt houden. De handrem stevig aantrek

     Regeling voor bergop rijden

    WAARSCHUWINGHet systeem vervangt niet de parkeerrem. Bedien voor het verlaten van de auto altijd de parkeerrem. U moet in de auto blijven zitten nadat het systeem is geactiveerd.U blijft altijd verantwoordelijk voor het besturen van