Compacte stadsauto: Automatische klimaatregeling

Automatische klimaatregeling

  1. Aanjagersnelheid: Regelt de hoeveelheid lucht die in de auto circuleert. Draai de knop voor de gewenste aanjagersnelheid. De instelling verschijnt op het display.
  2. MAX A/C: Druk op de toets voor maximale koeling. Door de luchtroosters van het dashboard stroomt gerecirculeerde lucht, de airconditioning wordt automatisch ingeschakeld en de ventilator wordt automatisch op de hoogste snelheid gezet.
  3. Airconditioning: druk op de toets om de aircocompressor in of uit te schakelen. Gebruik airconditioning met luchtrecirculatie voor betere koelprestaties en meer efficiëntie. In bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij maximaal ontdooien) kan de aircocompressor blijven werken, zelfs als de airconditioning is uitgeschakeld.
  4. Luchtrecirculatie: Druk op de toets om te kiezen tussen toevoer van buitenlucht en gerecirculeerde lucht. Wanneer u luchtrecirculatie selecteert, wordt de lucht in het passagierscompartiment gerecirculeerd. Hierdoor kan het koelen van het interieur minder lang duren (wanneer dit samen met A/C wordt gebruikt) en kunnen ongewenste geuren van buiten verminderd worden.
  5. MAX ontdooien:Druk op de knop om ontdooien in te schakelen. Door de luchtroosters van de voorruit stroomt buitenlucht, de airconditioning wordt automatisch ingeschakeld en de ventilator wordt automatisch op de hoogste snelheid gezet. U kunt deze instelling ook gebruiken om de voorruit te ontdooien en van een dun laagje ijs te ontdoen. De verwarmde achterruit wordt ook automatisch ingeschakeld wanneer u maximaal ontdooien selecteert.
  6. Temperatuurregeling: Regelt de temperatuur van de lucht die in de auto circuleert. Draai de knop voor de gewenste temperatuur. De instelling verschijnt op het display.

    Let op: de comfortabele temperatuur van het menselijk lichaam ligt tussen 21 ºC en 27 ºC. Zet daarom de temperatuur op een redelijke stand.

  7. Verwarmde achterruit: hiermee wordt de verwarmde achterruit in- of uitgeschakeld. Zie Verwarmde ruiten.
  8. AUTO: Druk op de toets om automatische werking in te schakelen. Kies de gewenste temperatuur met behulp van de temperatuurregeling. Het systeem past de ventilatorsnelheid, luchtverdeling en werking van de airconditioning aan en kiest buitenlucht of luchtrecirculatie om de auto te verwarmen of af te koelen om de gewenste temperatuur te behouden.
  9. Regeling luchtverdeling: Stel de regeling af om de luchtstroom van de luchtroosters voor de voorruit, het dashboard of de beenruimte in of uit te schakelen. U kunt lucht verdelen via elke combinatie van deze luchtroosters.
  10. Aan/uit-toets: Druk op de toets om het systeem in en uit te schakelen.

    READ NEXT:

     Tips voor de klimaatregeling in het interieur

    Algemene tips WAARSCHUWINGWanneer de luchtrecirculatiestand langdurig wordt ingeschakeld, kunnen de ruiten beslaan. Wanneer de ruiten beslaan, stel dan de standen in om de voorruit te ontwasemen. N.B.: Het is mogelijk dat er wat lu

     Verwarmde ruiten

    N.B.: Zorg dat de motor draait voordat u de verwarmde achterruit inschakelt Verwarmde achterruit (HRW) Druk op de knop om een dunne laag ijs of condens van de verwarmde achterruit te verwijderen. Druk op de knop om het systeem uit t

     Luchtfilter cabine

    Uw auto is uitgevoerd met een luchtfilter cabine. Deze zit achter de middenconsole. Het deeltjesfiltersysteem verlaagt de concentratie deeltjes in de lucht, zoals stof, sporen en pollen in de lucht die in het interieur van uw auto str

    SEE MORE:

     Bediening van het informatiesysteem

    Afb. 26 Toetsen op de bedieningshendel Bediening van de multifunctie-indicatie Drukken (boven of onder) - Indicaties kiezen / waarden instellen Drukken - Indicatie weergeven/bevestigen Bediening van het MAXI DOT-display Drukken (bove

     Voorbereidende werkzaamheden voor gebruik van de bandenafdichtset

    Veiligheidshalve vóór een wielreparatie langs de weg de volgende aanwijzingen in acht nemen. De wagen zo ver mogelijk van het rijdende verkeer neerzetten - hiertoe een plaats met een vlakke en stevige ondergrond kiezen. De m