(voor bepaalde versies/markten)
Deze sensoren bevinden zich in de achterbumper fig. 51 en detecteren de aanwezigheid van obstakels achter het voertuig en waarschuwen de bestuurder met een intermitterend geluidssignaal.
De frequentie van het geluidssignaal neemt toe naarmate het obstakel dichter bij de auto komt. De zoemer klinkt ononderbroken als de afstand tussen het voertuig en het obstakel minder is dan ongeveer 30 cm.
Het blijft constant als de afstand tussen het voertuig en het obstakel onveranderd blijft.
Als deze situatie de sensoren aan de zijkant betreft, zal het signaal na ongeveer 3 seconden stoppen om, bijvoorbeeld, aanwijzingen te voorkomen tijdens manoeuvres langs een muur.
Wanneer de sensoren meerdere obstakels signaleren, dan wordt alleen rekening gehouden met het dichtstbijzijnde obstakel.
Versies met kleurendisplay Wanneer de sensoren worden ingeschakeld, verschijnt het scherm van fig. 52 op het display.
De informatie over de aanwezigheid en afstand van een obstakel ten opzichte van de auto wordt gegeven door zowel het geluidssignaal als de weergave op het instrumentenpaneel.
Het systeem geeft een gedetecteerd obstakel aan met de weergave van een boog in overeenstemming met de afstand tot het obstakel en de plaats hiervan ten opzichte van het voertuig.
Als een voorwerp wordt gedetecteerd in de middelste zone achter, toont het display een knipperende boog in de overeenkomende middelste zone achter en klinkt er een geluid.
Terwijl de auto het voorwerp benadert, toont het display een of meer knipperende bogen die de auto benaderen, en het geluid klinkt frequenter totdat deze onafgebroken klinkt.
Als een voorwerp wordt gedetecteerd in de linker of rechter zone achter, toont het display een knipperende boog in de overeenkomende linker of rechter zone achter en klinkt er een geluid.
Terwijl de auto het voorwerp benadert, toont het display een of meer knipperende bogen die de auto benaderen, en het geluid klinkt frequenter totdat deze onafgebroken klinkt.
De kleur op het display hangt af van de afstand van en de positie van het obstakel.
De auto is dicht bij het obstakel wanneer er een knipperende rode boog verschijnt op het display (rechts, in het midden of links) en een ononderbroken geluid wordt gehoord.
Wanneer er meerdere obstakels zijn, wordt het dichtstbijzijnde obstakel aangegeven.
Storingsmeldingen Alle storingen van de parkeersensoren
worden aangegeven zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld door
het aangaan van het lampje (of het verschijnen van het pictogram
op het
kleurendisplay) in het instrumentenpaneel en het bijbehorende bericht op
het display (voor bepaalde versies/markten.)
Werking met een aanhanger De werking van de sensoren wordt automatisch uitgeschakeld als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger wordt ingebracht.
Citroen C1. Slepen van uw auto
Uw auto kan uitsluitend aan de
voorzijde worden gesleept.
Neem het verwijderbare sleepoog dat is
opgeborgen in de gereedschapsset onder
de vloermat van de bagageruimte.
K ...
Toyota Aygo. Menulijst van Bluetooth-audio/telefoon
Druk om een menu te selecteren op de knop MENU en navigeer door
de menu's met de knop.
Eerste menu
Tweede menu
Derde menu
Uitleg
"Bluetooth*"
"Pairing"
(koppelen)
- ...
Ford Ka+. De auto op vier wielen slepen
Alle voertuigen
WAARSCHUWINGU dient het contact in te schakelen wanneer uw auto wordt
gesleept.
Als uw auto een stuurslot heeft, moet u zorgen dat het
contact in de stand accessoire of ...