Veiligheidsgordels vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van een pyrotechnische gordelspanner en een spankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extra bescherming van de bestuurder en passagier bij frontale en zijdelingse aanrijdingen.
Bij een krachtige aanrijding zorgen de pyrotechnische gordelspanners ervoor dat de veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen het lichaam van de inzittenden getrokken wordt en bevordert daarmee de veiligheid.
Veiligheidsgordels achter
De zitplaatsen achter zijn voorzien van een driepuntsveiligheidsgordel.
Vastmaken
Losmaken
Verklikkerlampje(s) veiligheidsgordel(s) losgemaakt/ niet vastgemaakt
Als u bagage op de voorpassagiersstoel plaatst, kan het verklikkerlampje gaan branden. |
Verklikkerlampje veiligheidsgordel(s) voor Het verklikkerlampje 1 gaat branden op het instrumentenpaneel als de veiligheidsgordel voor niet is vastgemaakt of is losgemaakt.
Vanaf ongeveer 20 km/h en gedurende ongeveer 30 seconden brandt het verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal.
Hierna verandert, als de veiligheidsgordel nog steeds niet is vastgemaakt, de toon van het geluidssignaal en blijft het nog ongeveer 90 seconden actief.
Verklikkerlampje(s) veiligheidsgordels achter De verklikkerlampjes 2 en/of 3 gaan branden op het display verklikkerlampjes veiligheidsgordels en airbag voorpassagier als één of meerdere passagiers de veiligheidsgordel losmaken.
Vanaf ongeveer 20 km/h en gedurende ongeveer 30 seconden brandt het verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal.
Hierna verandert, als de veiligheidsgordel nog steeds niet is vastgemaakt, de toon van het geluidssignaal en blijft het nog ongeveer 90 seconden actief.
Adviezen Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder te controleren of alle passagiers hun veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en vastgemaakt. Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al betreft het een korte rit. Draai de gespen van de veiligheidsgordels niet om; de gordels zijn dan niet voldoende effectief. De veiligheidsgordels zijn voorzien van een oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte van de gordel automatisch wordt aangepast aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De gordel wordt automatisch opgerold als deze niet wordt gebruikt. Controleer zowel voor en na het gebruik van de gordel of deze goed is opgerold. De heupgordel moet zo laag mogelijk op het bekken worden geplaatst. De schoudergordel moet langs het holle gedeelte van de schouder worden geplaatst. De oprolautomaten zijn voorzien van een automatische blokkeerinrichting die in werking treedt bij een aanrijding, een noodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeerinrichting deblokkeren door stevig aan de riem te trekken en deze weer los te laten, zodat de riem weer een stukje wordt opgerold. Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel:
Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften moeten werkzaamheden en controles aan de veiligheidsgordels worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats, die tevens voor de garantie zorgt en de werkzaamheden volgens de voorschriften uitvoert. Laat de veiligheidsgordels van uw auto regelmatig controleren door het CITROËNnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats, vooral als de gordels beschadigingen vertonen. Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk. Controleer na het neerklappen of verstellen van een stoel of de achterbank of de gordel zich op de juiste plaats bevindt en goed is opgerold. Voorschriften voor kinderen Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje. De veiligheidsgordel mag door niet meer dan één persoon gedragen worden. Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens het rijden. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over kinderzitjes. Bij aanrijdingen De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht van de aanrijding, vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan. Het activeren van de gordelspanners gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd. In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van de airbag branden. Laat het systeem na een aanrijding controleren en eventueel vervangen door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
Mercedes-Benz A-Klasse. Motor afzetten
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING Bij het afzetten van de motor schakelt de automatische
transmissie in neutraalstand N.
De auto kan wegrollen. Er bestaat gevaar voor ...
Mercedes-Benz A-Klasse. EHBO-set
De achterklep openen.
De bagageruimtebodem omhoogklappen.
De EHBO-set
verwijderen.
Ten minste eenmaal per jaar de houdbaarheidsdatum va ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Bandenspanning elektronisch controleren
De sleutel in het contactslot moet in de stand
staan
.
Met
of
in het stuurwiel het menu Service
selecteren.
...